Een aantal van de oudste grammofoonplaten van Nederland en België verschijnt in september op een unieke cd. Het gaat om opnamen uit de periode 1898 tot en met 1903, opgespoord door verzamelaar en kenner Rinus Blijleven en gerestaureerd door Harry Coster. ‘We hebben het hier over het oudste platengeluid’, zegt Coster. 

We horen hoe acteur Louis Bouwmeester 1901 het koningspaar toespreekt, het melancholieke spel van een Amsterdamse violist uit 1898, de liedjes van komiek Abraham de Winter en de grappen van de legendarische standwerker Kokadorus. Klanken en stemmen die opdoemen uit een ver verleden.  

De Weergever

De cd komt uit ter gelegenheid van het 45-jarige jubileum van De Weergever, de vereniging van verzamelaars van 78-toerenplaten, oude en antieke weergave- en opnameapparatuur. ‘Het is een project van mij en Harry’, legt Rinus Blijleven uit. ‘Het is als het ware een geschenk van ons aan De Weergever, die in september zijn hele boekje aan dit project wijdt. Met daarin een verslag van onze speurtocht en alle gegevens van de cd. De leden krijgen de cd met het boekje meegestuurd.´

Harry Coster en Rinus Blijleven. Foto TheaterSentiment

In de periode dat de opnamen gemaakt zijn, staat deze opnametechniek nog in de kinderschoenen. Het is Emil Berliner, die in 1888 de grammofoonplaat uitvindt. Baanbrekend, omdat het geluid niet op wasrollen, maar op vlakke platen wordt vastgelegd, wat de kwaliteit aanzienlijk verbetert. 

Hagenaar Frederik Jambroes van Bemmel Wortman introduceert medio jaren negentig deze noviteit in Nederland. Dat gaat aanvankelijk niet zo makkelijk. ‘Men zag de grammofoon als een duur wetenschappelijk grapje’, herinnert hij zich later. ‘De ware muziekliefhebber moest er weinig van hebben.’

Gramophone Company

In Londen is inmiddels de Gramophone Company opgericht, die vanaf 1899 een team technici eropuit stuurt om overal in Europa opnamen te maken. Moesten Nederlanders eerst naar Engeland om op de plaat vastgelegd te worden, in januari 1900 kan dat veel dichter bij huis, als het team voor een paar dagen in Nederland neerstrijkt. 

Er wordt een zaaltje gehuurd in Den Haag en tijdens deze eerste sessies worden maar liefst 90 opnamen gemaakt. Met een breed pallet aan uitvoerders, zoals het Haagsch Regiment Muziek Corps bijvoorbeeld. Of bariton J. Iserief. Beide opnamen zijn bewaard en op de cd terug te vinden.

Het is geschiedenis en daarom belangrijk dat het bewaard blijft

Harry Coster

Aan de Hilversumse en internationaal bekende geluidsrestaurateur Harry Coster de taak om de stokoude opnamen te restaureren. ‘Het materiaal is zo oud, er is bijna geen eer aan te behalen, maar het is toch de moeite waard. Het is vooral documenteren, vastleggen. Het is geschiedenis en daarom belangrijk dat het bewaard blijft en gedeeld wordt.’ 

De Nederlandse opnamen uit 1900 worden geperst in Hannover en daarna in de Nederlandse winkels verkocht. In beperkte hoeveelheden nog, in verband met de hoge kosten. Zoals Wortman al aangaf, is de grammofoon in 1900 nog voor de fijnproevers en de mensen die het kunnen betalen. Een plaatje kost in die dagen rond de 1,65 gulden, een bedrag dat lang niet iedereen kan ophoesten.

Piet Köhler

In september 1901 strijkt het team van de Gramophone Company opnieuw neer in Nederland en dit keer in Amsterdam. Tijdens de opnamesessie van september 1901 worden wederom opnamen gemaakt die op de cd van Coster en Blijleven zijn te beluisteren. We horen de stemmen van een aantal bekende artiesten uit die dagen. Zoals komiek Piet Köhler en de zanger Abraham de Winter. De laatste is geboren in 1844 en daarmee misschien wel de oudst bewaarde stem van Nederland.

Piet Köhler, Louis Bouwmeester en standwerker Kokadorus (of Cocadorus). Nationaal Archief en Archief Amsterdam

Ook de bekende marktkoopman Meijer Linnewiel van het Amstelveld, beter bekend als professor Kokadorus, is die maand vastgelegd. ‘Hij moet ongelooflijk populair zijn geweest’, vertelt Blijleven. ‘Er zijn maar liefst elf platen van hem gemaakt, waarvan er zeven zijn teruggevonden.’

Op de cd staan ook opnamen van Nederlanders die buiten de twee sessies in Nederland zijn gemaakt. Zo horen we de grote acteur Louis Bouwmeester, die in 1903 de toespraak vastlegt die hij twee jaar eerder hield tijdens het huwelijk van koningin Wilhelmina en prins Hendrik.  

Koningin Wilhelmina

Over het koninklijk huis gesproken. Wortman schenkt in februari 1901 een koffertje met platen en een grammofoon aan de pas getrouwde Wilhelmina en prins Hendrik. In de koninklijke archieven blijkt er helaas niets meer van terug te vinden. Harry vermoedt dat het paar er nooit een blik op geworpen heeft.

Wel hebben Rinus en Harry een van de platen teruggevonden. Een speciale persing van het Wilhelmus. Opgenomen in december 1900 in Londen, onder de noemer ‘Nederland Nationale Hymne’. 

In de plaat is een afbeelding in reliëf van het jonge paar. ‘De plaat die we hebben gevonden is prachtig van kwaliteit. Dan denk je: dit kan niet waar zijn. Dat je dat zomaar vindt’, zegt Rinus.

Het bijzondere plaatje met het reliëf van Wilhelmina. Foto TheaterSentiment

Ook geschiedkundig een belangrijke vondst, vult Harry aan. ‘Hoe klonk het Wilhelmus in het begin van de vorige eeuw, toen het nog niet officieel ons volkslied was? Nou, anders dan nu bijvoorbeeld. De melodie van toen wijkt af van de huidige.’

De oudste opname

Wat Blijleven betreft staat er nog een ander oranjegekleurd hoogtepunt op de cd, teruggevonden bij een verzamelaar. Het gaat om het lied ‘De Liefste Bloem van Nederland’, gezongen door de Belgische zanger Verstraeten. 

‘Pas als je ernaar luistert, hoor je dat het lied over Wilhelmina gaat, die in 1898 koningin is geworden. Nederland en België vormen sinds 1831 weliswaar twee gescheiden naties, maar dan merk je toch dat de liefde voor Nederland en het oranjehuis bij de zuiderburen nog voelbaar is. Ik ben zelf koningsgezind en verzamel alles van het koningshuis op grammofoonplaat, dus dat maakt het een bijzondere vondst.’

De oudste opname op de cd stamt uit 1898, dan reist violist J. Jacobs naar Londen. Dankzij speurwerk van Blijleven weten we inmiddels dat het om de broer gaat van Eduard Jacobs, de grondlegger van het Nederlandse cabaret.

Abraham de Winter. Het Geheugen Delpher

Er moeten in de periode 1898 tot 1903 ongeveer 1400 opnamen gemaakt zijn. ‘We hebben ongeveer 150 platen kunnen traceren en digitaliseren, waarvan er 34 op cd verschijnen’, leggen Harry en Rinus uit. 

Verzamelaars

Het terugvinden van de oude platen is een monnikenwerk geweest. ‘We zijn er drie jaar geleden mee begonnen’, vertelt Rinus. ‘Dat betekent verzamelaars benaderen, internet afstruinen en boeken doorspitten. We zijn enorm trots dat we dit voor elkaar hebben gekregen.’ 

De klus werd geklaard dankzij het immense netwerk dat Harry en Rinus hebben, de medewerking van de verzamelaars in Nederland en België en de enorme kennis die beide heren bezitten. ‘Niemand anders had dit kunnen doen’, zegt Rinus. ‘En zo mooi dat zoveel verzamelaars eraan hebben meegewerkt. Harry en ik hebben stad en land afgereisd. We zijn samen naar België gereden of ik heb verzamelaars opgehaald om de kostbare en kwetsbare platen bij Harry in zijn lab op te nemen.’

‘Het kostte veel geld, tijd, energie en doorzettingsvermogen, maar we hebben het allemaal belangeloos en uit liefde gedaan’, besluit Rinus.