De weddenschap van Lou Bandy
Het idee ontstaat in het café naast Scala in Den Haag. Aan een van de tafeltjes zit de bekende humorist, zanger en revuester Lou Bandy. Om hem heen zitten wat collega’s, een journalist en Bob Peters, de producent van de Nationale Revue. ‘Je doet het niet’, zegt de laatste. ‘Ik doe het wel’, antwoordt Bandy stellig. ‘Ik wed om 25 pop dat je het niet durft.’ Bandy grijnst. ‘Aangenomen’, zegt hij. Deze weddenschap mondt uit in een volksomloop en doet de komiek bijna in de cel belanden.
Het verhaal begint anderhalve maand eerder, op 23 juli 1936, als de nieuwe revue van producent Bob Peters in première gaat in het Scala Theater in Den Haag. Met de welluidende titel ‘Zoek de zon op’ en Lou Bandy in de hoofdrol kan het niet anders dan een ongelooflijk succes worden. Het programma vol optimistische liedjes en sketches voldoet immers aan een grote behoefte. De mensen zijn de crisis en de sombere berichten uit het buitenland zat en de vrolijkheid die Bandy en collega’s over het publiek uitstorten, zal voelen als een warme douche.
De stunt waarmee Lou Bandy Den Haag op stelten zet
De verwachting blijkt te kloppen. ‘Maanden van tevoren zijn de zalen uitverkocht. Rijen mensen staan voor de kassa’s. Het is allemaal nieuw voor Nederland. Zoveel populariteit voor één man, een revue-artiest nog wel’, schrijft Han Peekel decennia later in zijn biografie over Lou Bandy.
Kosten noch moeite zijn gespaard om het publiek een waar spektakel voor te toveren. Er wordt bijvoorbeeld met ruim 90.000 gulden aan lonen betaald. Een recordbedrag voor een revue, zo meldt de pers. Uiteraard is het Bandy die de show draagt met zijn liedjes en conferences. De titelsong ‘ Zoek de zon op’ wordt een heuse evergreen en zal altijd aan de zanger blijven kleven. Hij speelt zelf in een vijftal sketches, onder meer als de man met de hik, de uitvaartbezoeker en een soldaat die meedoet aan een verduisteringsproef.
Maar er is meer. Naast de mooie decors en kostuums, maken ook de danseressen onder leiding van Frans Muriloff grote indruk. Net als de grande finale met de waterfonteinen. Het orkest staat onder leiding van de ervaren dirigent Julius Susan. Zo hebben Bandy en zijn collega’ s genoeg ingrediënten om een uiterst vermakelijke voorstelling te brengen.
Op 3 september is de vijftigste voorstelling en kan Peters bekend maken dat de reeks in Scala nog tien dagen wordt geprolongeerd, voordat de troupe naar Carré in Amsterdam vertrekt. Het wordt een feestelijke avond, waarbij Bandy op gebruikelijke wijze gehuldigd wordt met een krans, een ovatie krijgt en de hele cast overladen wordt met lyrische toespraken.
Bandy staat in zijn toespraak nog even stil bij dit grote succes, waarbij hij refereert aan zijn eenvoudige komaf. Hij heeft zich een slag in de rondte geploeterd om te komen waar hij nu staat. Met deze revue is inderdaad het hoogtepunt in zijn carrière bereikt. Het is sowieso een goed jaar voor Bandy, die dit speelseizoen 1936-37 ook in de bioscoop te zien is als ‘Daantje’, naast Roland Varno en Truus van Aalten in ‘Het meisje met den blauwen hoed.’
In deze revue zijn het Wiesje Bouwmeester, Dries Krijn, danser Louis Bouwmeester jr, Clairette Hammé en Mimi Lebret die naast Bandy staan. Zij kennen hun plaats, want de komiek staat er om bekend dat hij graag alle aandacht opeist en geen concurrentie duldt. Maar er is een tegenspeler die de uitzondering vormt op deze regel. Die wat Bandy betreft volop in het licht en het applaus mag meedelen: een geit.
Dit dier is onderdeel van de cast en doet mee aan de sketch waarin Lou Bandy als Meneer Pietersen op vakantie gaat. Om deze geit draait ook de eerder genoemde weddenschap. Lou Bandy, die bekend staat als een echte dierenvriend en dol is op het beest, beweert bij hoog en bij laag, dat hij niets liever doet dan met het goedige dier een gezellige wandeling maken door de Residentie. Bob Peters gelooft niet dat Bandy het zal doen en zet er 25 gulden op. Zaterdagmiddag 5 september 1936 moet het gebeuren.
Je kunt je afvragen in hoeverre het een weddenschap is en geen regelrechte marketingstunt. Er zit ‘toevallig’ pers bij en de voorgenomen wandeling wordt breed uitgemeten in de kranten, inclusief de te lopen route. De krant Het Vaderland meldt: ‘Om half twee zal Lou Bandy in zijn beste kostuum de geit van stal halen en na haar sik gekamd te hebben, met haar een prettige wandeling maken langs de volgende straten: van Scala door de Wagenstraat, Spuistraat en Hofweg naar het Buitenhof, waar gepauzeerd zal worden op een van de gerenommeerde caféterrassen. Vervolgens zal de wandeling worden voortgezet langs de Gevangenpoort, de Plaats en de Hoogstraat naar de Veenestraat Daar gaan de geit en Lou Bandy sigaren kopen. Vervolgens wordt de terugtocht naar Scala aanvaard.’
De journalist vraagt zich af in hoeverre de geit zal meewerken. ‘De heer Bandy antwoordt, dat hij de geit nog bestudeert. Doch hij denkt het probleem op te lossen door een zak Hollandse worteltjes mee te nemen. Mocht de geit onderweg kuren krijgen en weigeren voort te gaan, dan is de heer Bandy verplicht de geit te dragen, wil hij tenminste de weddenschap winnen.’
De aankondiging gaat niet alleen als een lopend vuurtje door de stad, maar ook door het hele land. Met als gevolg dat die zaterdagmiddag, ver voor half twee al een grote menigte zich bij de ingang van Scala verdringt om een glimp op te vangen van de populaire komiek en zijn collega. Uiteraard is ook de pers aanwezig. ‘Met moeite banen wij ons een weg door de opeengepakte massa, als plotseling de deuren van Scala opengaan en de geit verschijnt, hevig knipogend van verbazing. Aan de andere zijde van het touw, dat om haar nek hangt, bevindt zich Lou Bandy, in een onberispelijk zomerpak gekleed en op zijn hoofd de befaamde strohoed met rood lint. In zijn hand houdt hij een grote bos wortelen, waaraan de geit terstond begint te knabbelen.’
Het tweetal wordt direct ingesloten door de menigte, die allerlei vrolijks naar Bandy en zijn geit roept. ‘Zoek de zon op’ en ‘Geef mij ook een worteltje, Lou’, klinkt er. Of: ‘Laat de geit niet weglopen.’ Die waarschuwing is niet nodig. De geit, die door de drukte geen stap kan verzetten, blijft uiterst kalm aan zijn worteltjes knabbelen.
Inmiddels wordt aan het naastgelegen politiebureau versterking gevraagd, om een weg te banen door de menigte, zodat het tweetal de wandeling kan voortzetten. ‘Daar geen enkel artikel in de politieverordening het wandelen met een geit verbiedt, bestaat er gegronde hoop op een spoedig vertrek.’ Een corpulente verkeersagent ziet de humor van het gebeuren in en veegt de toegang naar Scala schoon, zodat de geit én Lou Bandy weer kunnen ademhalen. Na enkele minuten arriveren agenten van de verkeerspolitie met motorzijspan om de tocht te begeleiden.
‘Vooruit!’, klinkt het. De hekken van Scala zwaaien open en een luid gejuich stijgt op, zodra Lou Bandy weer zichtbaar wordt. Hij zwaait de menigte minzaam toe met het afgeknabbelde restantje wortelen. De agenten maken ruim baan en Lou Bandy stapt voorwaarts, maar wordt toch weer door de van achteren opdringende mensenmassa ingesloten.’
‘Terug naar binnen of wij arresteren u’
Verder dan de Marktstraat komt het tweetal niet. De agenten worden nerveus en bevelen beiden om rechtsomkeert te maken. Lou Bandy is het er niet mee eens, totdat de situatie grimmiger wordt. Een persfotograaf die een plaatje probeert te schieten, wordt door een agent omver geduwd en valt. ‘Terug naar binnen of wij arresteren u’, roept een van de agenten naar Bandy, die niet anders kan dan omdraaien.
Door de golvende massa heen, bereiken humorist en geit de ingang van het theater. De krant citeert een volksjongen, die ad rem verklaart: ‘De Wagenstraat was op alle rangen uitverkocht.’ Bandy baalt er naar eigen zeggen van dat hij 25 gulden heeft verloren en draalt nog wat. Totdat opnieuw een agent met arrestatie dreigt. Met enige fysieke aandrang duwt de politie Bandy met zijn geit het theater in.
Binnen heeft producent Bob Peters de finale al voorbereid. Diverse kopstukken uit de revuewereld en persmensen zijn aanwezig, om de dappere artiest en zijn kompaan welkom terug te heten.
Peters strijkt over zijn hart en overhandigt Bandy de 25 gulden. ‘Nou, kerel, je hebt gedaan wat je kon en je hebt die 25 pop echt verdiend. Dat je wandeling niet door kon gaan, is overmacht.’ Met een hoera van de omstanders wordt deze korte plechtigheid besloten.
Is het een marketingstunt? Daar lijkt het op, voor een impulsieve weddenschap is deze happening toch te veel geregisseerd. De opzet is geslaagd, de voorstelling prijkt dagenlang in de kolommen van de kranten. In latere tijden noemen ze dat ‘free publicity’. Slim bedacht van Peters en zijn hoofdrolspeler.
Ondanks de lovende kritieken en volle zalen, is de concurrentie hoog in de revuewereld. Als ondernemer moet je alles op alles zetten om de aandacht vast te houden, zeker nadat de storm van de première is uitgeraasd.
De mislukte wandeling heeft ook de persoonlijke pr van Bandy goed gedaan. Heel Nederland neemt kennis van deze stunt en lachte zich een kriek om de dolle streken van Lou. Wie de komiek en zanger nog niet in het hart heeft gesloten, doet dat nu dan toch. En Bandy zou Bandy niet zijn als hij dit succes niet volledig uitmelkt. Niet lang daarna lanceert hij een liedje over deze stunt. ‘Lou met de geit’. Het wordt een hit en het hele land zingt met hem mee.
Bronnen: Lou Bandy, van wandluis tot landhuis – Han Peekel. Krantenarchief Delpher. Collectie TheaterSentiment