Een Nationaal Muziekarchief
Een belangrijk deel van ons muzikale erfgoed dreigt verloren te gaan. Dit is de waarschuwing van Vic van de Reijt, uitgever, publicist en muziekkenner. Hij pleit voor een Nationaal Muziekarchief, waar particuliere collecties veilig kunnen worden ondergebracht. ‘Als Nederland geen actie onderneemt, verliezen we een essentieel deel van onze geschiedenis’, waarschuwt hij.
Een rijk muzikaal verleden in gevaar
Het Nederlandstalige lied kent een lange en diverse geschiedenis. Van volksliederen en cabaret tot levensliederen en Antilliaanse ritmes: deze muziek weerspiegelt de ziel van de samenleving. Toch ontbreekt een centraal archief waar deze muzikale schatten systematisch worden verzameld en gedigitaliseerd.
‘Toegankelijke bewaarplaatsen zoals het Theater Instituut, het Jazzarchief en het Popinstituut zijn de afgelopen decennia opgeheven’, stelt Van de Reijt. ‘Als overheid en culturele instellingen hun plicht verzaken, vullen particulieren de leemte. Denk aan De Weergever, een vereniging van verzamelaars van voornamelijk 78-toerenplaten, met Rinus Blijleven als belangrijkste schatbewaarder.’
Verzamelaars als hoeders van erfgoed
Naast Rinus Blijleven speelt ook Harry Coster een sleutelrol. Coster, geluidsrestaurateur en beheerder van het Nederlandse Decca-archief, is een voorbeeld van hoe particuliere initiatieven muzikaal erfgoed veiligstellen.
Een ander opvallend voorbeeld is Tim de Wolf, gespecialiseerd in Antilliaanse muziek. Zijn collectie omvat duizenden unieke opnamen uit Curaçao en Aruba. ‘De Antilliaanse muziekgeschiedenis zit vol vergeten pareltjes’, aldus De Wolf. ‘Het zou tragisch zijn als dit verloren gaat.’
Vic van de Reijt ontvangt op 28 september 2024 de elpee met de oudste grammofoonopnamen van Nederland uit handen van Rinus Blijleven. TheaterSentiment
De collecties van deze verzamelaars bevatten niet alleen muziek, maar ook programmaboekjes, bladmuziek en andere memorabilia die het verhaal achter de muziek tot leven brengen.
Toch lopen deze verzamelingen groot gevaar. Veel verzamelaars zijn op leeftijd en hebben geen plannen voor wat er na hun overlijden met hun collectie gebeurt. Het risico op versnippering of vernietiging is daardoor aanzienlijk.
Digitalisering als sleutel tot behoud
Digitalisering speelt een cruciale rol bij het veiligstellen van muziekcollecties. Het maakt de muziek toegankelijk voor een breder publiek en biedt een oplossing voor behoud. Fysieke platen, vooral 78-toerenplaten, zijn kwetsbaar en gevoelig voor slijtage. Door deze materialen te digitaliseren blijft de inhoud behouden, zelfs als het fysieke object verloren gaat.
Echter, digitaliseren is een kostbaar en tijdrovend proces. Veel verzamelaars hebben niet de middelen om dit zelf te doen. ‘Digitalisering vereist aanzienlijke investeringen’, stelt Van de Reijt. ‘Maar het is essentieel om de toegankelijkheid van het Nederlandstalige lied te waarborgen.’
Daarnaast is er een gebrek aan uniforme beschrijvingen. Verzamelaars ordenen hun collecties vaak in persoonlijke databases, die niet voldoen aan de standaarden van erfgoedinstellingen. Dit bemoeilijkt toekomstig onderzoek. Van de Reijt: ‘Een uitzondering is Rinus Blijleven, die een uniek digitaal systeem heeft ontworpen waarin naar schatting 95% van alle in Nederland uitgegeven 78-toerenplaten is vastgelegd. Het is cruciaal dat dit systeem wordt veiliggesteld.’
Vergeet me lied: een dringende oproep
Het belang van actie wordt onderstreept in het rapport Vergeet me lied, dat eind 2023 werd gepresenteerd tijdens een gelijknamig symposium. Vic van de Reijt was een van de initiatiefnemers, samen met het Allard Pierson Museum en Podiumkunst.net.
Het rapport doet aanbevelingen om de samenwerking tussen verzamelaars en erfgoedinstellingen te verbeteren. Het stelt voor om een pilotproject te starten waarin collecties worden gedigitaliseerd en beschreven volgens professionele standaarden. Meer informatie over het rapport vind je hier.
Daarnaast moeten instellingen transparanter worden om het wantrouwen van verzamelaars weg te nemen. ‘Veel verzamelaars vrezen dat hun collecties worden ontdubbeld of versnipperd’, aldus het rapport. ‘Heldere communicatie is essentieel om deze kloof te overbruggen.’
Vlaanderen wordt genoemd als inspirerend voorbeeld. Instellingen zoals Kunstenpunt en CEMPER ondersteunen verzamelaars actief en bieden zo een model waar Nederland van kan leren. ‘Hun infrastructuur voor cultureel erfgoed is veel beter ontwikkeld’, stelt Van de Reijt.
Een Nationaal Muziekarchief
Van de Reijt pleit voor de oprichting van een Nationaal Muziekarchief: een instituut dat fungeert als bewaarplaats en digitaal platform. Hij stelt zich een model voor waarin collecties volgens de ‘methode Blijleven’ worden beschreven en openbaar toegankelijk worden gemaakt. ‘Dit zou kunnen leiden tot een Nederlandstalige Spotify’, zegt hij. ‘Een platform waarop zowel audio als metadata beschikbaar zijn.’
Waarom is zo’n archief er nog niet? Volgens Van de Reijt ligt dat aan een gebrek aan politieke en institutionele prioriteit. ‘We leven in een tijd waarin het woord ‘cultuur’ niet eens meer in de Troonrede voorkomt’, merkt hij op. ‘Het is een rampzalige situatie.’
Obstakels en mogelijkheden
Sinds de publicatie van het rapport voert Van de Reijt gesprekken met diverse instanties, maar concrete resultaten blijven uit. ‘De bestaande musea en archieven kampen met capaciteitsproblemen’, legt hij uit. ‘Bovendien ontbreekt het aan kennis om met muziekverzamelingen om te gaan.’
Beeld en Geluid in Hilversum wordt genoemd als potentiële partner. Dit instituut heeft onlangs een nieuw pand aangekocht, maar kampt met achterstanden in het verwerken van de Muziekweb-collectie. Financiële aspecten vormen ook een belemmering. Verzamelaars willen gecompenseerd worden als zij hun collectie overdragen aan een nationaal instituut.
Waarom muzikale collecties behouden moeten blijven
Het behoud van muziekcollecties is meer dan nostalgie; het is essentieel voor onze culturele identiteit. Liederen weerspiegelen de tijdsgeest en behandelen thema’s zoals klassenstrijd, vrouwenrechten en migratie. Het verlies van deze collecties zou een verlies van historisch bewustzijn betekenen.
Vic van de Reijt benadrukt de urgentie: ‘Als Nederland geen actie onderneemt, verliezen we een essentieel deel van onze geschiedenis.’ Een Nationaal Muziekarchief biedt hoop, maar zonder concrete stappen dreigen deze verzamelingen voorgoed verloren te gaan. Het is een oproep aan beleidsmakers, culturele instellingen en liefhebbers om samen te werken en ervoor te zorgen dat het Nederlandstalige lied niet vergeten wordt.
Door duidelijke stappen te zetten, kan Nederland een voorbeeld stellen in het behoud van muzikaal erfgoed. Samenwerking, digitalisering en politieke prioriteit zijn daarbij essentieel. ‘Met de juiste inzet kunnen we toekomstige generaties toegang geven tot deze rijke muzikale schatten’, besluit Van de Reijt.