Docu brengt legendarische diva terug op tv

Heintje Davids neemt afscheid, keer op keer. Maar altijd komt ze terug. Het ‘lelijke meisje’, voor wie geen plek was in het licht, is een superster geworden, die alle tegenslagen overwon. En nu, ruim veertig jaar na haar overlijden, flikt ze het nog een keer. Ze keert terug. Op televisie, prime time uiteraard. Daarna gaat ze naar Carré.

Op 26 april 2021 wordt op NPO2 de film ‘Hier zijn wij’ uitgezonden van filmmaker Suzanne Raes. Ze volgt Claudia de Breij en haar collega’s, die zich tijdens de lockdown voorbereiden op een voorstelling over Heintje Davids, met als doel een première in dat koninklijke theater aan de Amstel. Ooit, als het weer mag.

In de documentaire zien we Heintje terug in een paar van haar glansrollen. Als Na Druppel in De Jantjes, zingend naast Sylvain Poons. Of als ‘de grande dame van het varieté’ in de stoel tegenover Mies Bouwman. Het is mooi om Heintje terug te zien, maar er gebeurt nog iets veel mooiers in de film. De filmmaker haalt de artieste terug en zet haar in een eigentijds perspectief, die ons verder laat kijken dan de gein en de lach.

Dat begint allemaal bij Abdelhadi Baadi, Michelle Samba en Claudia de Breij. De beatboxer, de muzikant en de cabaretier die in 2020 de voorstelling ‘Hier ben ik’ maken. Een initiatief van Claudia. ‘Heintje wie?’, reageert Abdelhadi aanvankelijk. De reactie van Michelle is net zo verbaasd. ‘Oubollig’, zegt ze, na wat oude beelden te hebben gezien. Deze jonge kunstenaars hebben nooit van Heintje gehoord, maar Claudia de Breij weet hen te raken met het verhaal over de vrouw die er niet mocht zijn. Daarin herkennen ze zich en dat is de kracht van deze film. Niet een cabarethistoricus, maar drie bevlogen kunstenaars uit deze tijd die het verhaal van Heintje vertellen. ‘Zoals ze dat op een verjaardag aan hun vrienden zouden doen’, zegt Suzan.

‘Hier zijn wij’ gaat niet alleen over Heintje Davids, het is een film met meerdere lagen. ‘Via Claudia kreeg ik als filmmaker twee fantastische mensen cadeau, met een mooi verhaal. Zo is het ook de film geworden van deze drie mensen, die vertellen hoe belangrijk dat podium voor hen is en hoe moeilijk ze het vinden om aangesproken te worden op hun afkomst. Mensen die serieus genomen willen worden, om hun talent gevraagd willen worden en eerlijke kansen willen krijgen.’

‘De derde laag gaat over hoe je in deze tijd nog kunt herdenken’, gaat Suzanne verder. ‘Hoe de oorlog nog relevant kan zijn. En hoe belangrijk het is om je te uiten, om op het podium je verhaal te kunnen vertellen. Als dat je ontnomen wordt, zoals Heintje overkwam in de oorlog, dan wordt niet alleen je stem je ontnomen, maar alles. Je mag er niet zijn.’

Henriëtte Davids wordt in 1888 als Hendrika David geboren in bittere armoede. Als jongste dochter van een artiestenfamilie, die langs de tingeltangels en kermissen trekt. Haar twee broers Louis en Hartog en knappe zus Rika worden geschikt bevonden voor het onzekere artiestenleven, maar Hendrika niet. Die is volgens haar familie te lelijk, te klein en te dik. Ze kan beter dienstmeid worden.

Heintje, zoals ze genoemd wordt, geeft niet op. In een interview zegt ze later: ‘Ik moest allerlei andere baantjes doen, zoals werken in een hoedenwinkel. Ik zorgde dat ik overal werd wegestuurd. Uiteindelijk wist ik een piepkleine rol te bemachtigen in een operette. Zie ik daar ineens mijn vader en moeder in de zaal zitten, die vrijkaartjes hadden gekregen en niet wisten dat ik aan de voorstelling meedeed.

Toen mijn vader me zag, wees hij met zijn vinger. Dat ik een pak slaag zou krijgen als ik thuiskwam.’

Gesigneerde publiciteitsfoto van Heintje Davids. Collectie TheaterSentiment.

Het lukt Henriette toch om door te breken, ze vormt jarenlang een duo met haar broer Louis en wordt uiteindelijk een bekende revuester, comédienne en filmactrice. Ze zal echter altijd in de schaduw blijven staan van haar broer, die anders dan Hein het volkse imago van zich afschudt en de wereld van revue en kluchten weet te verruilen voor het meer beschaafde cabaret. Ondanks de grote verschillen en conflicten tussen beiden, blijft Heintje na de dood van Louis volop in de weer om diens herinnering levend houden. Na de oorlog krijgt ze als eerste de Louis Davidsring, een kleinkunstonderscheiding die door de gemeente Rotterdam in het leven is geroepen om ‘de Grote Kleine Man’ en zijn familie te eren.

Na Heintje, Wim Kan en Herman van Veen komt de ring uiteindelijk terecht bij Claudia de Breij. Die daar iets fantastisch mee doet. Ze verdiept zich in de achtergrond van de ring, duikt in de geschiedenis van de familie Davids en zo wordt ze geraakt door het verhaal van Heintje. Dat moet een voorstelling worden, besluit ze. Ze betrekt Abdelhadi en Michelle erbij. Als in de lente van 2020 Nederland wordt gegrepen door corona en de eerste lockdown een feit is, beginnen zij de liedjes voor de voorstelling te schrijven.

In de film vertelt Claudia hoe de broers en zussen Davids voor haar voelen als echte familie. Louis sterft vlak voor de oorlog en hem blijven de oorlogsjaren bespaard. Heintje duikt onder en overleeft. Hartog en Rika worden vermoord in Sobibor. Hoe sterk zij zich met de familie is gaan identificeren blijkt wel uit de beelden die Raes laat zien van de repetities en try out. Claudia breekt als ze de namen uitspreekt.

Tja, je zou het bijna vergeten te melden. De familie Davids is Joods. ‘Het maakt niet uit wat je bent, totdat iemand anders bepaalt dat het niet mag’, zegt Claudia. Hiermee komen Heintje en haar familie ineens heel dicht bij de makers van de voorstelling. Claudia, Abdelhaadi, Michelle, ze hebben allemaal op een of andere manier met dit dezelfde thematiek te maken. Ze zijn allemaal iets, waarvan sommigen vinden dat het niet mag. Die overeenkomst drukt dwars door de muur van tijd. Het maakt Heintje springlevend. ‘In een vrachtauto weggevoerd worden. Het kan nu ook, daar maak ik me geen illusies meer over’, zegt Claudia de Breij in de film.

Het lukt Raes om niet alleen Heintje terug te brengen. Ook Claudia en haar kompanen voelen dichtbij. Ze leggen ziel en zaligheid in de voorstelling, maar corona blijft er als een donkere wolk boven hangen. Als de eerste lockdown afloopt, gloort er hoop. ‘Op het moment dat zij hoort dat Carré toch die voorstelling zou mogen opvoeren, belt ze mij met de vraag of ik er een film over wil maken’, vertelt Suzan. ‘Ik heb toen de laatste repetities en de try outs gefilmd, Daarnaast ben ik in de archieven gaan zoeken naar goed beeldmateriaal van Heintje. Ik wilde niet alleen een making off maken, maar ook die vrouw laten spreken.’

Dat levert leuke momenten op. Het lukt Suzanne om met archiefbeelden de diva te laten reageren op gebeurtenissen in de film. Als Claudia vertelt over de onzekerheden die corona een artiest oplegt, reageert Heintje ad rem: ‘Het maakt niet uit of je voor tien mensen optreedt of honderd. Je moet net zo goed je best doen, want die tien mensen kunnen er niks aan doen dat die andere negentig niet gekomen zijn.’

Voor de filmmaker wordt het een bijzondere kennismaking met een vrouw die ze eigenlijk alleen van naam kent. ‘Ik wist niet veel over haar. Vooral het zogenaamde ‘Heintje Davids-effect’. Als je afscheid neemt en snel terugkomt, roepen mensen nog steeds: ‘Je lijkt Heintje Davids wel’, wat in mijn jeugd een gangbare uitdrukking was. Ik associeerde haar dus met een oude dame met een grote bril op, die telkens riep: ‘Hallo, hier ben ik weer.’ Maar toen Claudia mij vertelde dat het steeds terugkomen, niks te maken had met zonodig weer op dat podium moeten staan. En dat daar een erg indrukwekkend en gelaagd verhaal achter zat, toen wilde ik daar graag een film over maken.’

‘Wat je met films kan doen is het verleden weer levend maken’, vervolgt Suzanne. ‘En als je iemand als Claudia de Breij zo gepassioneerd hoort praten, begrijp je dat Heintje voor haar echt springlevend is. Even googelen en je vindt bovendien geweldige filmpjes van Heintje. Ook van voor de oorlog, zoals het liedje ‘Een, twee hup’. Daarin zie je een ongelooflijk brutale, zelfbewuste en geestige vrouw met een enorm komisch talent. Ik heb ook de speelfilms gezien waarin ze in de jaren dertig speelde. Ze heeft het echt. Alle bewegingen, de timing en de mimiek die ze toepast, het is ontzettend knap.’

Het is mooi om de voorstelling te zien ontstaan in de film. Je voelt de bezieling, als blijkt dat het klopt en de puzzelstukjes in elkaar passen. Maar Claudia en haar team ondervinden een grote tegenslag, als tijdens de tryout in het najaar de nieuwe maatregelen worden aangekondigd. De voorstelling in Carré, waar ze zo hard naar toe hebben gewerkt, gaat niet door, maar wordt verplaatst naar nader te bepalen datum. De teleurstelling is groot.

Zo is de documentaire ook een ode geworden aan kunstenaars in coronatijd. ‘Het is niet alleen belangrijk om het verhaal over de oorlog te blijven vertellen, maar ook het verhaal over de worsteling van de artiesten in deze periode. Ik ken de nodige mensen uit de muziek en en het theater. Ik weet hoe het erin heeft gehakt. Natuurlijk kun je in deze tijd zeggen ‘lekker belangrijk, nu zoveel anderen op de IC belanden’. Maar mensen die echt gekozen hebben voor een beroep op het podium, die jaren werken aan een voorstelling en dat op moeten geven, dat is ook pijn. Die pijn en de behoefte om iets te maken, vond ik net zo belangrijk om te vertellen.’

De montage duurt ruim dertig dagen. Het blijkt een hele puzzel om alle lagen bij elkaar te brengen, maar het lukt. ‘Ik had geweldige muziek’, legt Suzan uit. ‘Claudia, Michel en Abdel hebben hele mooie liedjes geschreven. Zoals het liedje ‘Hier ben ik’, wat heel erg gaat over Heintje die er eigenlijk niet mag zijn, niet mag optreden, maar toch heel erg beroemd wordt. Die na de oorlog getraumatiseerd terug uit de onderduik komt, toch weer het podium opgaat. En daar dan weer zo enorm van geniet, dat ze na elk afscheid blijft terugkomen.’

De liedjes hielpen Suzanne en editor Floor Roodenburg om alle verhaallijnen in elkaar te vlechten. ‘Er is nog een liedje dat echt indruk op me maakte’, vertelt Suzanne. ‘De nieuwe dag. En iedere keer als dat voorbijkwam in de montage, kreeg ik kippevel. Het gaat over Heintje, die na de oorlog beseft dat de ellende voorbij is, maar ook hoort dat haar broer en zus zijn vermoord in het vernietigingskamp. We hebben het gefilmd tijdens een soundcheck. En dat

 vind ik bijzonder aan Claudia, ze zingt nooit zomaar even een stukje. Ze gaat er altijd vol in, zelfs tijdens een soundcheck of repetitie. In de film zie je haar dat lied zingen, de camera draait om haar heen, het decor wordt ondertussen opgebouwd en die vrouw zingt alsof ze een heel stadion toezingt. Dat vind ik echt fantastisch.’

Naast nieuwe liedjes, hebben Claudia en haar collega’s ook de evergreens van Heintje in een nieuw jasje gestoken. Zoals ‘Als je voor een dubbeltje geboren bent’ en ‘Draaien’. Die kraker uit de film De Jantjes werd haar handelsmerk, ze heeft het tot aan haar dood gezongen. Suzan heeft een andere favoriet. ‘Wat op mij de meeste indruk heeft gemaakt is toch de filmclip ‘Een, twee hup’. Ze was echt heel klein en gedrongen, met korte beentjes, maar zat op een of andere manier enorm goed in haar lichaam. Dat zie je duidelijk. Ook in de interviews van na de oorlog komt ze over als een vrouw die precies weet wat ze wil. Als je naar Heintje kijkt, zie je vooral heel veel kracht.’

Het interview met Suzanne Raes over Heintje Davids is ook te beluisteren als podcast. Via Spotify en Apple Podcast.

Bronnen: Interview Suzanne Raes, maart 2021, Jacky de Vries/TheaterSentiment. Interview Heintje Davids 1960-Collectie TheaterSentiment. Mijn Levenslied – Heintje Davids.