Tijdens de tournee van de revue ‘Champagne’ wordt Bouwmeesters Revue Gezelschap getroffen door een catastrofe. Hun naamgever en geliefde baas Louis Bouwmeester junior krijgt een hartaanval, na een voorstelling in Arnhem. In een hotelkamer vecht hij voor zijn leven, terwijl het gezelschap in ontreddering verder trekt.

Vermoed wordt dat de hartaanval is veroorzaakt door het hooglopende conflict dat Bouwmeester heeft gehad met de plaatselijke brandweercommandant. Het zal toch niet waar zijn…de reus geveld door een ruzie met een overijverige ambtenaar. De volhardende en altijd optimistische Bouwmeester, die zoveel hobbels overwon. Zoals een brand enkele jaren geleden, waardoor alle decors en kostuums van het gezelschap in vlammen opgingen. 

Twee versies van het programmaboekje, met een jonge en een oudere Louis junior op de voorkant. Collectie TheaterSentiment

In Hotel Riche in het hart van Arnhem waakt Louise Bouwmeester-Sandbergen aan het ziekbed van haar echtgenoot. Ze was tijdens de tournee thuisgebleven, bij haar twee jonge kinderen, maar is nu in allerijl naar Arnhem gereisd. De rest van de karavaan moet door en reist naar Hengelo, om de tournee voort te zetten.  

Buziau

De revue ‘Champagne’ loopt ten einde en is een groot succes geweest. Met de vaste hoofdrolspelers Johan Buziau, Siem Nieuwenhuyzen en Mimi Boesnach. Na de première op 2 januari 1931 in Tivoli in Rotterdam, gaat de voorstelling de maanden erna door naar Carré in Amsterdam en het Scala Theater in Den Haag. Vanaf de zomer volgt een tournee langs de provinciesteden.

En zo staat ‘Champagne’ vanaf 2 november 1931 geprogrammeerd in de Stadsschouwburg van Arnhem. Zo’n tournee is een hele operatie. Decors en kostuums worden van stad naar stad versleept, opgebouwd en weer afgebroken. Allemaal onder de bezielende leiding van Bouwmeester, die ondertussen ook nog druk bezig is met de voorbereidingen voor de nieuwe revue, die al over twee maanden in première moet gaan.

Louis Bouwmeester bekijkt de ruïnes van het Paleis voor Volksvlijt in 1929. Archief Amsterdam. Rechts: Affiche van een voorstelling van de Bouwmeester Revue in het Paleis. Theaterarchief Mari Kant

De 47-jarige Bouwmeester is anno 1931 heer en meester in revueland. Als zoon van de legendarische toneelspeler Louis Bouwmeester senior lijkt een pad op het podium voorbestemd. Dat gebeurt ook, Bouwmeester bezit een komisch talent, speelt een aantal mooie rollen, maar realiseert zich dat hij altijd in de schaduw van zijn beroemde vader zal staan.

De jonge acteur blijkt vooral een goede ondernemer te zijn. Hij start de ‘Schouwburg-Maatschappij’ en wordt eigenaar van meerdere theaters, zoals Scala, het Flora-Theater en de Princesse-Schouwburg in Den Haag. Ook neemt hij het ‘Paleis voor Volksvlijt’ in Amsterdam over.

Henri ter Hall

Daarnaast sticht hij zijn eigen operettegezelschap ‘Die Haghe Sanghers’. Midden jaren twintig maakt hij de overstap naar de revue. Hij doopt zijn troupe om tot ‘Bouwmeester Revue Gezelschap’ en bindt de strijd aan met producent Henri ter Hall, die tot dan toe op eenzame hoogte staat binnen dit genre. Het wordt de jaren erna een keiharde concurrentiestrijd tussen de twee producenten. 

Als Ter Hall in 1929 het bijltje erbij neergooit en voor een loopbaan in de politiek kiest, neemt Bouwmeester zijn grote ster Buziau over, heeft hij de oorlog gewonnen en ligt de wereld aan zijn voeten. 

Hij was zo goed voor zijn mensen

Mimi Boesnach

Bouwmeester viert grote successen. Ondanks het hoge peil waaraan Bouwmeester zijn naam heeft verbonden, staat ‘de baas’ bekend als een motivator en menslievende werkgever. Als in 1929 alle decors en kostuums verloren gaan bij de brand in het Paleis voor Volksvlijt, is het Louis die zijn mensen stimuleert om niet op te geven. Onder zijn leiding wordt keihard gewerkt om nieuwe kostuums en decors te maken. Binnen drie weken kan de voorstelling in Den Haag voortgezet worden.

Een van de sterren van zijn revue, de actrice Mimi Boesnach, memoreert later de vriendelijkheid van Bouwmeester. ‘Hij was zo goed voor zijn mensen. Toen mijn vriendin die in de revue danste zwanger bleek, heeft de baas haar naar huis gestuurd. Ze mocht terugkomen als haar kindje er was en haar geld werd thuisgebracht. Zoiets bestond in die tijd echt nog niet.’

Louis Bouwmeester junior en zijn vrouw Louise Sandbergen (beiden rechts). Archief Amsterdam

Ook tijdens deze tournee worden de dames in het gezelschap door ‘de baas’ in de watten gelegd. Alle danseressen, kleedsters en meisjes van het koor mogen een winterjas uitzoeken, vertelt Mimi. ‘En we kijken niet wat het kost, riep hij dan. En als je een mantel had uitgezocht, zei hij: er hoort ook een klapbes bij. Dat was zo’n greta Garbo-hoedje, die waren erg in de mode toen.’

Het is echter niet allemaal rozegeur en maneschijn. In november 1931 tobt Bouwmeester al enige jaren met zijn gezondheid. Hij heeft een zwak hart. Het helpt dan ook niet als Bouwmeester het in Arnhem aan de stok krijgt met de plaatselijke brandweercommandant Hiddink. Die staat in de wijde omtrek bekend als een pietlut waar het om de regels gaat. Vooral artiesten moeten het ontgelden.

Het conflict draait om een filmfragment dat in de revue wordt vertoond. De brandweercommandant woont de generale repetitie bij en besluit de vertoning van het fragment te verbieden, met het oog op mogelijk brandgevaar. Een geïrriteerde Bouwmeester, die de scène niet uit zijn revue wil schrappen, haalt verhaal bij de burgemeester.  Na de nodige geharrewar staat deze het toe, op voorwaarde dat de film onbrandbaar wordt gemaakt. 

Explosie

Daar legt de overbezorgde brandweercommandant zich echter niet bij neer. Hiddink meent dat er bij het afdraaien chemische dampen kunnen ontstaan in de filmtrommel, wat weer tot een explosie zou kunnen leiden. Opnieuw moet de burgemeester er aan te pas komen. Die probeert de zaak te sussen door de vertoning toe te staan, zolang er de nodige voorzorgsmaatregelen worden genomen. 

Het gevolg is dat commandant Hiddink royaal uitpakt met veiligheidsmaatregelen. Tijdens de voorstelling staan brandweerlieden bij het podium met zand, emmers water en dweilen. dat herhaalt zich elke avond, totdat het Bouwmeester zo hoog zit, dat er op 9 november een ruzie uitbreekt die gepaard gaat met getier en gescheld over en weer. 

Het wordt Bouwmeester teveel. De hele maandagmiddag ligt hij uitgeput op een divan in het theater. En die avond, na de laatste voorstelling in Arnhem, keert Louis op tijd terug naar zijn hotel, waar hij dinsdagochtend wordt getroffen door een hartaanval. De baas blijft doodziek achter in Arnhem, terwijl de karavaan verder trekt. Die avond moet er immers gespeeld worden in Hengelo. 

Johan Buziau en Louise Sandbergen.

Het lijkt in eerste instantie met een sisser af te lopen. Dinsdagmiddag heeft Bouwmeester zelfs nog een telefoongesprek met zijn grote ster Buziau, maar de dag erna verslechtert zijn toestand. In de vroege donderdagochtend overlijdt hij in het bijzijn van zijn echtgenote, slechts 47 jaar oud.

Hij was als een vader voor zijn kinderen

Revuegirl

Nederland reageert geschokt, want de verhalen over zijn doorzettingsvermogen en goedhartigheid zijn alom bekend. Buziau reageert: ‘Wij zijn wanhopig. Het is de zwaarste slag die de revue ooit heeft getroffen. Ik heb nooit zo’n goede directeur gehad en iemand als hij zal ik ook niet licht meer ontmoeten.’ 

Hoe groot de ontreddering is, blijkt ook uit een brief die een van de revuemeisjes die dag aan een vriendin schrijft: Wij kunnen het nog niet geloven. Hij was als een vader voor zijn kinderen; zo’n goede baas krijgen we nooit meer.’ 

‘Ik kan je wel zeggen, dat ik gisteren de vreselijkste voorstelling in mijn leven heb meegemaakt’, vervolgt ze. ‘Wij moesten toch optreden. In de proloog hebben we allemaal gehuild; het was gewoon verschrikkelijk. Het publiek heeft natuurlijk niets gemerkt. Vanuit de coulissen hebben ze voortdurend geroepen dat we moesten lachen en vriendelijk moesten kijken. Dat was absoluut onmogelijk.’

Commandant Hiddink

Als de eerste schok verdwenen is, richten de pijlen zich op brandweercommandant Hiddink. Heeft hij met zijn regelzucht de geliefde Louis Bouwmeester junior de dood ingejaagd? In een interpellatiedebat dat de gemeenteraad van Arnhem aanvraagt komt de kwestie een paar weken later aan de orde. Daaruit blijkt dat Bouwmeester niet het enige slachtoffer is geweest van de strenge Hiddink, hij heeft menig initiatief in de kiem gesmoord. 

De burgemeester besluit de man uiteindelijk met vervroegd pensioen te sturen, wat per 1932 zal gebeuren. De omstreden Hiddink zwaait af en krijgt nog wel een koninklijke onderscheiding.

De revuegirls van de Bouwmeester Revue hebben pauze. Theaterarchief Mari Kant

Binnen de Bouwmeester Revue heeft men ondertussen andere zaken aan het hoofd. De voorstellingen gaan gewoon door. En er staat een nieuwe revue klaar om in première te gaan. Gaat dat lukken zonder de bezielende leiding van ‘de baas’? 

Het revuemeisje verwoordt de tergende onzekerheid in de brief aan haar vriendin: ‘Wat het volgende jaar zal gebeuren, weet nog niemand. We zullen moeten afwachten. Maar terwijl ik je schrijf, kan ik mijn tranen niet bedwingen, laat ik dus maar eindigen.’

Lees ook:

Bronnen: Krantenarchief Delpher, Collectie TheaterSentiment, Theaterarchief Mari Kant