Het geld van Louis Davids
Waar was het geld van Louis Davids gebleven? De musical over zijn leven die Gerben Hellinga en ik hadden geschreven, leverde geld op. Voor ons, maar ook voor Louis Davids, de componiste Margie Morris en hun muziekuitgevers, want zijn liedjes werden iedere avond gezongen. ‘We hebben een heel stuwmeer aan geld voor de erven Davids en we weten niet waar dat geld heen moet’, vertelde Cor Witbraad van de Buma/Stemra mij. ‘Weet jij het? We hebben geen adres van de erfgenamen.’
‘Je wilt toch niet beweren Cor dat na de dood van Davids in 1939 er nooit is afgerekend? De platen zijn altijd in productie gebleven, eerst op 78 toeren, toen die lp’s van EMI, nu cd’s waar is dat geld dan heengegaan?’
Louis Davids had een accountant en daar was het geld heengegaan. De man was gestorven, had allang geen administratie meer en daarna kon de Buma de centen niet meer kwijt. Ze konden er niet achterkomen aan wie. Zijn zus Henriëtte was ook overleden, wie wist meer? Ik ging er achteraan. Louis Davids had een dochter Kitty die met de Zuid-Afrikaan Oppenheimer was getrouwd en al voor de oorlog met haar moeder naar Kaapstad was geëmigreerd. De weduwe Davids, de dochter en haar schoonzoon waren al jaren dood, maar de Oppenheimers hadden een aangenomen kind dat Yvonne Viljoen heette. Zou deze Zuid-Afrikaanse vrouw erfgenaam zijn?
Louis Davids en Margie Morris hadden weinig aandacht voor hun zoon
Wim Ibo
Louis Davids had ook een zoon, ook een probleem. Hij staat met zijn kinderen in zee op de foto. Er zijn meer foto’s bekend van Davids bij het Kurhaus, meestal wordt hij omringd door mooie vrouwen. Hijzelf ziet er altijd klein en schraal uit, niet echt een vrouwenversierder, maar dat was hij wel. Ik staar naar een foto van een hele rij vrouwen op het strand die vrolijk lachend met Davids in hun midden paraderen. Er loopt ook een knaap mee met een brilletje, dat is Louis jr, de zoon van Louis Davids en de componiste Margaret Sarah Whitefoot, die zich Margie Morris noemde. Een beetje een buitenbeentje die jongen die ‘Toddles’ genoemd werd.
Toen ik indertijd Wim Ibo ernaar vroeg slaakte hij een diepe zucht en vertelde me dat Davids en Morris weinig aandacht voor hun kind hadden. Ze waren nooit gehuwd geweest en Davids was een vreemdganger. De relatie hield geen stand, ze bleven nog wel een tijdlang artistiek samenwerken, maar Margie kreeg een verhouding met de zangeres Else d’Heureuse en de zoon van Louis Davids, die eigenlijk Louis Harry Whitefoot heette, kwam in een pleeggezin terecht. Zijn moeder keerde zich van de artiestenwereld af en ging bij de Christian Science. ‘De Christian Silence’, zei Heintje Davids, want Margie wilde niet meer herinnerd worden aan haar verleden.
Louis jr wilde fotograaf worden, zijn vader betaalde zijn studie, de jongen scharrelde wat met revuemeisjes die soms meer interesse in zijn vader hadden dan in hem, kwam vaak langs bij zijn tante Henriëtte en werd uiteindelijk door een pleegfamilie in Amsterdam opgenomen. Daar was hij zo goed af geweest, dat hij hun naam had aangenomen en nu Louis Veldman heette en ergens in Nieuw-Zeeland of Australië woonde.
Televisiemaker Wouter Stips lukte het de hoogbejaarde Margie Morris te spreken. Ze woonde in een bejaardentehuis in haar geboorteland, maar had weinig zin iets te vertellen. Ze ontving nog wel altijd flink geld van de Buma-Stemra voor de liedjes die ze gecomponeerd had, maar bij de naam Louis Davids klapte ze helemaal dicht. Een zoon had ze nooit gehad.
Ik was gefascineerd door de vraag hoe het kan dat een kind zich zo drastisch afwendt van zijn rijke en beroemde ouders en dat een moeder ontkent dat ze ooit dat kind gehad heeft. Wat kan er gebeurd zijn dat de zoon onder een andere naam naar de andere kant van de wereld was getrokken? We hadden die vraag proberen op te lossen in onze musical De Zoon van Louis Davids waarin de zoon tegenover de vader kwam te staan, koos voor het geluk in een zonnig ver land in plaats van een kille plek in de schaduw van zijn vaders beroemdheid.
Dat verre land was Australië. Ik vond zijn telefoonnummer en probeerde de zoon van Louis Davids te benaderen om hem te vertellen over de musical. Hij was ondertussen een gepensioneerd man, getrouwd, had kinderen en woonde in de buurt van Sidney. Ik belde hem en complimenteerde hem met zijn Nederlands dat na al die jaren nog heel goed was. We babbelden wat tot hij zei: ‘Waarom belt u eigenlijk?’ Ik vertelde dat hij geld kon verwachten en dat ik daarom zijn gegevens nodig had. ‘Hoezo geld?’ Er komt een musical die heet De zoon van Louis Davids, een hommage aan uw vader. – ‘Daar wil ik niets mee te maken hebben’, zei hij en legde de telefoon neer.
Ik schreef hem een brief waarin ik het een en ander uitlegde, maar die kwam terug. Het Australische spoor liep dood. Maar daar kwam Yvonne Viljoen uit Zuid-Afrika met man en dochter. Ze kon bewijzen dat ze de erfgenaam was, ze zag met veel plezier de musical, was verbaasd dat haar stiefgrootvader – of hoe moest ze hem noemen – nog zo bekend was in Nederland, terwijl ze niets van hem wist. We aten samen en ik vertelde haar dingen over haar familie waar ze niets van wist en ondertussen liep het stuwmeer met geld leeg naar haar rekening bij een Zuid-Afrikaanse bank. De Buma blij, wij blij, de familie Viljoen blij.
Ze bleek toch nog wat spulletjes thuis te hebben, foto’s en proefpersingen van 78-toeren platen die ze allemaal schonk aan het Theaterinstituut. Toen er een paar jaar later een tv-documentaire over Davids werd gemaakt, werd ik geïnterviewd. ‘Lees deze brief eens voor’, zei de regisseur. Ik kreeg uit een zuurvrije kartonnen doos een zuurvrij mapje, trok witte handschoenen aan en begon een brief te lezen die Yvonne Viljoen geschonken had aan het Theater Instituut. Een zuurvrije brief van Louis Davids aan zijn kinderen waarin hij vergiffenis vroeg voor zijn tekortschieten als vader. Ik zag de brief voor het eerst en ik kon me tijdens het lezen niet goed houden. Zo dicht bij Davids was ik nog nooit geweest. Het zit op ongeveer 25 minuten in het eerste deel van de documentaire. Het was niet zo gek dat ik volschoot want het was ook wel een heel mooie brief van Davids aan zijn kinderen. Zo een schrijf je maar eens in je leven. Ik weet niet of zijn zoon die ooit gelezen heeft.