Het komt wel weer in orde
Swing krijgt in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog een andere, veel diepere lading. Het is niet enkel muziek, maar ook troost, protest en verlangen – soms allemaal tegelijk. De nieuwste uitgave van Doctor Jazz, Het komt wel weer in orde (DJ021), legt met een indrukwekkende selectie opnamen bloot hoe de Nederlandse swing in oorlogsjaren floreert, ondanks – of juist dankzij – de dreiging van de bezetter.
De cd is een initiatief van Ben Kragting van Stichting Doctor Jazz en meester-restaurateur Harry Coster. ‘Deze cd moest er gewoon komen, want er ligt nog zoveel mooi materiaal om uit te brengen, terwijl we er beiden niet jonger op worden’, legt Ben Kragting uit. ‘Tachtig jaar bevrijding is een prachtige aanleiding om nummers uit te brengen die nooit eerder op cd zijn verschenen.’
Het schijfje is prachtig vormgegeven met uitgebreide liner notes. ‘Dat rechtvaardigt voor ons het maken van een cd, zelfs in deze tijd. Je kan alles op Spotify zetten, maar dan mis je de context. Door de achtergronden te lezen heb je als het ware een dubbele beleving.’ De uitgebreide liner notes en de discografie zijn online te vinden.
Een hit in oorlogstijd
De titeltrack, ‘Het komt wel weer in orde’, klinkt op het eerste gehoor als luchtige amusementsmuziek. Wanneer het orkest van Dick Willebrandts het nummer in de zomer van 1943 opneemt, staat crooner Jan de Vries aan de microfoon. Het nummer groeit uit tot een onverwachte hit.
Maar wie goed luistert, ontdekt een subtiele gelaagdheid. Zinnen als ‘achter de wolken schijnt de zon’ en ‘doe als ik en trek je nergens wat van aan’ klinken als een gecodeerde oproep tot hoop. Zelfs een opmerking over Tom Poes – die verschijnt in de collaborerende Telegraaf – krijgt een ironische draai: de strip biedt meer plezier dan het nieuws.


Deze dubbele bodem kenmerkt de oorlogsjaren. De Duitsers verbieden Engelstalige teksten, Joodse of Afro-Amerikaanse invloeden gelden als ‘ontaard’. Toch weten musici in de Hilversumse studio’s én in de schaduw van de schuilkelders muziek te maken die swingt én spreekt.
Swing als moreel kompas
De paradox blijft schrijnend: terwijl musici als Willebrandts en Ernst van ’t Hoff onder strikte controle staan van de Kultuurkamer, bereiken hun orkesten een artistiek niveau dat voor de oorlog ondenkbaar lijkt. Opnames voor de genazificeerde omroep of de Duitse propaganda-zender DES klinken ogenschijnlijk braaf, maar onderhuids brandt het vuur van de improvisatie, de melancholie van de ballad, en het verlangen naar vrijheid.
Zo ontroert de opname van Wally Sluyzer. De joodse zanger die weet te overleven door onder te duiken in België. Na de oorlog neemt hij ‘My Yiddische Momme’ op – een eerbetoon aan alles wat verloren gaat. Het nummer, gezongen met het Belgische Internationals Dance Orchestra, huilt van binnen.
Ben Kragting: ‘Dit nummer past misschien niet bij het thema bevrijding, maar ik wilde het er toch graag op hebben. Het blijft belangrijk om aandacht te geven aan de joodse muzikanten in die tijd. Wally Sluyzer is opgegaan in de vergetelheid, maar met dit nummer maakt hij toch een krachtig statement.’
Johnny and Jones: humor in de hel
Een andere aangrijpende bijdrage op de cd is ‘Floep zei de stamper’ van het iconische duo Johnny & Jones. In 1944, geïnterneerd in kamp Westerbork, nemen zij zes nummers op in Amsterdam – een laatste glimp van muzikaal licht voordat ze op transport gaan naar Bergen-Belsen, waar ze beiden sterven. Een bekend verhaal inmiddels.
Hun muziek klinkt speels, inventief, geënt op het Amerikaanse duo Slim & Slam. Maar achter elke grap schuilt betekenis. ‘Floep zei de stamper’ lijkt onschuldig, maar wie weet dat het duo werkt in de vliegtuigsloperij van Westerbork, hoort een bittere ondertoon. Humor wordt een overlevingsstrategie.
De DES-opnamen: meespelen of verdwijnen
Dat de bezetter muziek nodig heeft voor eigen propagandadoeleinden, werkt als een duivels pact. Bands als die van Willebrandts, Frans Wouters en Eddy Christiani krijgen opdracht om swing op te nemen voor de Duitse zender DES. Amerikaanse arrangementen worden gereconstrueerd, en Engelse teksten zijn toegestaan. De kwaliteit moet kunnen wedijveren met de originele bigbands – ironisch genoeg een erkenning van het niveau van de Nederlandse musici.
Sommigen zien het als kans, anderen als bittere noodzaak. Wie weigert, loopt het risico zijn licentie te verliezen – of erger: tewerkstelling in Duitsland. Tegenwoordig noemt men dit eerder ‘accommodatie’ dan collaboratie. Maar voor de betrokkenen blijft het een schimmig terrein tussen integriteit en overleven.
De stem van het verzet
Niet alle swing klinkt onder toezicht. In Nederlands-Indië klinkt begin 1941 ‘Herr Hitler wil naar Londen’, opgenomen door zanger Almary met het orkest van Elsa Loritta. De spot druipt van de tekst – een vrijheid die snel verdwijnt als Japan de kolonie binnenvalt. Ook in Engeland, waar Engelandvaarders als Max Geldray verblijven, klinkt Nederlandse swing als echo van thuis en hoop op terugkeer.
De nasleep: eerherstel of vergetelheid
Na de bevrijding legt men de balans bloot. Musici als Willebrandts en Van ’t Hoff verschijnen voor de Ereraad voor de muziek. Sommigen krijgen een tijdelijk speelverbod, anderen wijken uit naar België. Toch vindt de muziek opnieuw haar weg. Pi Scheffer, oud-lid van Willebrandts, blaast de Blue Stars nieuw leven in en legt daarmee de kiem voor het latere Skymasters-orkest.
De Ramblers, onder leiding van Theo Uden Masman, overleven de oorlogsjaren en keren in 1946 triomfantelijk terug bij de VARA. Hun versie van ‘Dinah’ en ‘Gotta Be This Or That’ op deze cd klinken als herwonnen vrijheid.
Favorieten
Achter elk nummer en elke muzikant zit een verhaal. Ben Kragting heeft veel favorieten. Naast de eerder genoemde Sluyzer is dat ook ‘Gone with the wind’ van Dick Willebrandts. ‘Ik vond dat nummer bij een verzamelaar. Laat dat eens horen, vroeg ik. Toen hij het opzette, viel ik zowat van mijn stoel. Ook het al genoemde ‘Herr Hitler wil naar Londen’ van Amary en het Ilsa Loritta Orkest vind ik bijzonder, het is opgenomen in Nederlands-Indië, wat toch ook vaak onderbelicht blijft.’
Waarom de cd ertoe doet
Wat deze uitgave van Doctor Jazz zo bijzonder maakt, is niet alleen de kwaliteit van de muziek – hoewel die zonder meer indrukwekkend is. Het is de context, het verhaal achter de noten, dat deze cd tot een historisch document maakt. Van clandestiene opnames op glasplaat tot ballads voor Amerikaanse militairen in Brussel; van gecodeerde teksten tot verholen verzet: het zit allemaal in deze zorgvuldig samengestelde collectie.
‘Het komt wel weer in orde’ is een ode aan de veerkracht van musici in barre omstandigheden. Muziek als schuilplaats, voor de makers en de toehoorders.
De cd is te bestellen via deze link. De liner notes zijn hier gratis te downloaden.
Met dank aan Harry Coster en Ben Kragting. Foto’s aangeleverd door Doctor Jazz. Hoofdfoto: Ilsa Loritta.