Het is aandoenlijk om te zien. Een kaart met bibberig handschrift geschreven door een opa en oma aan hun kleindochter, meer dan honderd jaar geleden. Niet de afzender, maar de ontvanger maakt van dit kaartje een bijzonder kleinood uit de theatergeschiedenis. Het kind dat de kaart ontvangt zal namelijk een van de allergrootste sterren van Nederland worden: Fien de la Mar.

Kleine Fien kreeg vele ansichtkaarten van haar ouders en tantes, terwijl ze bij haar grootouders woonde. Collectie TheaterSentiment

Er zullen tijdens het interbellum geen Nederlanders zijn die Fien de la Mar niet kennen. Ze speelt in toneelstukken, revues en films. Een van haar grootste successen is de film ‘Op Stap’. Daarin zingt ze het lied dat sindsdien aan haar is blijven kleven. De evergreen ‘Ik wil gelukkig zijn’.

In de collectie van TheaterSentiment bevindt zich een tiental ansichtkaarten, gericht aan de kleine Fien. Als vrouw, minnares, actrice en diva mag ze onverschrokken, grillig en meedogenloos zijn, maar Fien is dus ook gewoon een kind geweest. Een die het het heerlijk vindt om post te ontvangen van familie en vrienden. De kaarten geven blijk van een normale, zorgeloze jeugd.

Fien krijgt in de eerste jaren van haar leven dan ook nauwelijks iets mee van het roerige leven dat haar ouders leiden, als artiesten die hun kluchten langs kermissen, kroegen en theaters trekken. Dat ze een telg is uit een bekende theaterfamilie, voorbestemd om in de voetsporen van haar ouders te treden, het gaat in de eerste jaren van de twintigste eeuw allemaal aan haar voorbij. Haar opa en oma aan moederskant dragen zorg voor opvoeding en die hebben niks met het theater van doen. Grootvader Jan Klop verdient zijn brood als aapjeskoetsier (taxichauffeur) achter het Centraal Station in Amsterdam.

Aan vaderskant is het een totaal ander verhaal. Fien’s grootvader Charles de la Mar is de stamvader van het artiestengeslacht. Hij is de eerste acteur in deze Portugees Joodse familie, die tot dan toe vooral kooplieden voortbrengt. Ook als bewerker van toneelstukken maakt hij naam. In de negentiende eeuw trekken die volle zalen, in de bekende theaters als Salon des Varites, het Grande Theatre en Tivoli.

In Amsterdam beleeft Fientje Klopper een zorgeloze jeugd

Veel van die stukken gaan over de Franse tijd, want Charles is een groot bewonderaar van keizer Napoleon I. Zo schittert Nederlands beroemdste acteur Louis Bouwmeester in 1878 in ‘De Grenadier van Napoleon’, in een bewerking van de la Mar. Die vernoemt zelfs een zoon naar zijn grote voorbeeld. Napoleon de la Mar, die later bekend zal worden in de verkorte versie Nap. Zijn moeder is de bekende actrice Rika Kley.

Nap de la Mar – die latere pappa van Fientje – is de beoogde opvolger van vader Charles en voorbestemd om een groot acteur te worden. Met zeven jaar staat hij al op de planken van het Grand Théatre aan de Amstelstraat en in de Plantage-Schouwburg, waar hij de aandacht trekt door zijn spel in het melodrama ‘Kleine Jacques’. Maar het noodlot beslist anders. Nap is niet alleen scheel, hij valt als twaalfjarige ook nog eens door het dak van het Tivoli Theater en houdt daar een gedeeltelijk verlamde arm aan over.

Met deze handicaps zal Nap geen serieuze toneelrollen meer krijgen. Heldhaftig een degen trekken, stijlvol een geliefde omarmen is voor de jonge acteur niet weggelegd. En zo ontwikkelt hij een ander talent. Met zijn expressieve kop en aanstekelijke, stoute blik doet hij het heel goed in in die tijd immens populaire kluchten. Zo zal Nap de la Mar tegen wil en dank uitgroeien tot een van de meest bekende komische acteurs van Nederland.

Zijn dochter Josephine Johanna, de hoofdpersoon in ons verhaal, wordt geboren in 1898 uit de relatie van Nap met de mooie, jonge actrice Sien Klopper. Een Amsterdamse van eenvoudige komaf, die voorzichtig haar eerste schreden zet in het theatervak. Ze is zeventien als ze haar kind krijgt, vader Nap is nog maar twintig. Omdat ze voortdurend op tournee zijn, weten ze zich geen raad met een baby en wordt kleine Fien ondergebracht bij haar opa en oma aan moederskant. Fientje Klopper heet ze haar eerste jaren, want Nap en Sien zijn ongehuwd. Binnen de familie De la Mar hecht men niet zoveel waarde aan boterbriefjes.

Fien als kind
Fien de la Mar, ongeveer tien jaar oud. Allard Pierson, UVA, Theatercollectie. Fotograaf: W. Ganter.
Kaart aan Fien
Ansichtkaart, gericht aan Fien. Collectie TheaterSentiment

Grootouders Klopper zijn zoals gezegd eenvoudige mensen. ‘Haar grootvader is een buitenman, die kippetjes en duiven houdt’, verduidelijkt biografe Jenny Pisuisse. ‘Er komen daar veel ooms en tantes over de vloer en Fientje wordt ontzettend verwend. In het huisje aan de De Ruyterstraat (tegenwoordig Tolstraat) worden door opoe en de tantes de wieg bekleed en de luiermand verzorgd. Er zit niets anders op dan de kleine Josephina Johanna bij zich in huis te nemen. Want Sien Klopper blijft verliefd op Nap en zwerft geduldig met hem door het land, waar zij hun kleine kermiskluchten opvoeren.’

Geregeld ontvangt Fien post. Ansichten zijn in die dagen immens populair. Van haar ouders, maar ook van andere familieleden. Enkele kaartjes bevinden zich in onze collectie. Zoals een kaartje van tante Geertje, de zus van haar moeder. En tante Mien en Fien, zusters van vader Nap. Zelfs een kaartje van Cesarine, de vrouw van de bekende zanger Koos Speenhoff. Zij zitten geruime tijd in hetzelfde gezelschap als Nap en Sien.

In 1908 settelen Nap en Sien zich in Rotterdam. Ze betrekken een pand aan de Diergaardesingel, in een buurt waar veel andere artiesten wonen. De tienjarige Fien verhuist mee en komt in een totaal andere wereld terecht. Naar verluid gaat ze er volledig in op, het artiestenbloed giert dan al door het lijf. Het laatste kaartje in onze collectie is een wens dat het gezin krijgt voor het nieuwe jaar 1909, van opa en oma Klopper uit Amsterdam.

Dat wordt een bijzonder jaar, want Nap en Sien besluiten toch in het huwelijk te treden. Fien krijgt een dagje vrij van school en bij het ondertekenen van de huwelijksakte wordt ze officieel erkend door haar vader. Vanaf dat moment draagt ze de naam die de komende jaren de theaterwereld doet sidderen: Fientje de la Mar.

Ondanks het huwelijk is het niet bepaald koek en ei tussen vader en moeder. Het verhaal gaat dat Nap de la Mar zijn huwelijksnacht doorbrengt bij een van zijn vele vriendinnen. Zijn ontrouw zou de reden zijn waarom Sien Klopper vergetelheid zoekt in de drank. Overigens staat ook Nap bekend als een grootgebruiker van de alcohol. Fien’s beide ouders zullen er uiteindelijk aan ten onder gaan.

‘Er is maar één man in haar leven: vader Nap de la Mar

Jenny Pisuisse

In die jaren heeft ze er nog weinig weet van, laten ooggetuigen weten aan biografe Pisuisse. ‘Alles is snel vergeten voor een meisje van tien, in een dagelijks leven dat veel afwisseling en pretjes kent. Geld is er genoeg: voor kleren, voor een fonkelende fiets, voor zanglessen en pianolessen en, niet te vergeten, voor de ritmische danslessen bij Angèle Sydow, een bekende danspedagoge in die tijd.’ Sydow staat voor vrijheid van bewegen, op blote voeten in de open lucht, zwieren en zwaaien in fladdergewaden.

Fien gaat lange tijd netjes naar school, maar vlak voor het eindexamen neemt ze de benen. In een later interview geeft ze aan dat ze weinig nut ziet in een schooldiploma, van haar vlucht heeft ze dan ook nooit spijt gehad. De aantrekkingskracht van de bühne en het applaus is nu eenmaal onweerstaanbaar voor een De la Mar. Ze wordt opgenomen in haar vaders gezelschap en daar begint haar lange en roerige loopbaan.

Ze blijft tien jaar in het gezelschap van haar vader Nap, die ze adoreert. ‘Haar vader is haar idool’, vertelt Jenny Pisuisse. ‘Er is maar één man in haar leven: Nap de la Mar. Haar andere relaties blijven moeizaam verlopen. Waarschijnlijk is ze nooit in staat geweest, die gebondenheid aan haar vader enigszins te onderkennen.’ Fien is ontroostbaar als haar vader in 1930 aan een delirium sterft in een inrichting.

Inmiddels is zij dan al een van de grootsten. Haar ouders en grootouders voorbijgestreefd. In de jaren twintig en dertig behaalt ze grote successen, als actrice en filmster. Gevierd en gevreesd door haar collega’s, een onverschrokken diva die uiteindelijk tragisch aan haar einde komt, maar die nooit vergeten wordt. Ook nu klinkt haar naam nog geregeld en blijft ze intrigeren en inspireren.

Dat is allemaal nog ver weg als we naar de kaarten kijken uit de eerste jaren van de twintigste eeuw. Als ‘Jongejuffrouw Fientje Klopper’ geniet ze van een onbezorgde jeugd, waar ze in de tuin in de De Ruijterstraat in Amsterdam opa helpt bij het voeren van de duiven. In deze volkswijk, ver weg van de bühne en het publiek, kan niemand nog bevroeden dat dit meisje tot de onsterfelijke artiesten van Nederland gaat behoren.

In de woorden van haar oom, de acteur Chris de la Mar: ‘Zij is de grootste uit onze familie. Mijn vader Charles, mijn broer Nap, mijn moeder en schoonzuster, de dames De la Mar-Klopper en De la Mar-Kleij, hebben allemaal hun eigen genre, waarin vooral Nap uitblinkt. Maar Fien is allround. Zij is zangeres, zij is cabaretière, zij is toneel- en filmspeelster, zij is groot in de revue en de operette. Zij kent alle onderdelen van het vak tot in haar fijnste vezels.’

Fien de la Mar – Ik wil gelukkig zijn (Film OP Stap, 1935. EYE)

Bronnen: Fien de la Mar – Jenny Pisuisse/ Delpher- Koninklijke Bibliotheek/ Collectie TheaterSentiment/ Theatercollectie UVA/Allard Pierson. Foto Cover: Fien als kind. Allard Pierson/UVA/Theatercollectie. Fotograaf W. Ganter