De ene dag ben je een eenvoudige koriste, nagenoeg onzichtbaar voor het publiek. De andere dag speel je de hoofdrol en heeft iedereen het over je. Het lijkt onwaarschijnlijk, maar het overkomt Magda van Donk. De jonge Amsterdamse ziet tot haar eigen verbazing haar grote droom uitkomen. En dat dankt ze allemaal aan een… muggenbeet.

Het is maandagavond 19 januari 1926. Flora Theater, Amstelstraat in Amsterdam. De zaal zit stampvol en het publiek houdt zijn adem in. Ze komen voor de operette ‘De Australische Nachtegaal’, die al sinds december met groot succes in Flora staat. Maar op een affiche naast de kassa staat dat vanavond niet de beroemde diva Else Grassau de hoofdrol vertolkt, maar een jongedame van wie nog nooit iemand gehoord heeft. 

Deze Magdalena, net 23 jaar jong, staat in de coulissen. Nog een paar minuten en ze zal haar entree maken op het grote podium. De adrenaline giert door haar lijf. Ze heeft nauwelijks geslapen, de hele nacht heeft het libretto door haar hoofd gegalmd. Maar ze is te geconcentreerd om moe of zelfs nerveus te zijn. 

Revuegirl

Nog nauwelijks 36 uur geleden zag de wereld er heel anders uit. Ze was een van die honderden, misschien wel duizenden anonieme meisjes in Amsterdam die wegkwijnen in het koor van een operette of als revuegirl. Die zo hard moeten sappelen om overeind te blijven in deze stad, dat er nauwelijks tijd overblijft om te dromen.

Magda van Donk. Collectie TheaterSentiment

De liefde voor het podium heeft ze van huis meegekregen, want haar beide ouders zijn actief binnen het amateurtoneel, Toch waren ze verre van gelukkig toen Magda aangaf als beroeps door het leven te willen gaan. Dat is alleen maar ellende en armoe. Misschien hebben ze gelijk gehad, want na vijf jaar zwoegen is ze niet verder gekomen dan het koor in Flora.

‘Ik heb altijd aan het toneel gewild’, verzucht ze zelf. ‘Maar het leven zit voor mij altijd vol tegenslagen. Ook al doe ik nog zo mijn best, het lukt me maar niet om te worden opgemerkt door mijn superieuren.’ 

Max Gabriel

Korist te zijn in ‘De Australische Nachtegaal’ is een schamel hoogtepunt. Het stuk is gecomponeerd door Max Gabriel, een Duitse componist die al jaren in Nederland woont. Het libretto is van de bekende tekstschrijver Jack Junior. 

Voor de hoofdrol heeft de directie van Flora een oude bekende gestrikt: de Duitse operettezangeres Else Grassau, die rond 1920 al veel succes heeft gehad in dit theater. Naast Grassau staan bekende artiesten als Isidoor Zwaaf, Ies Monnikendam en Paul Hervé op het affiche. De muzikale leiding is in handen van kapelmeester Hakkie Davids, de broer van Louis.

Else Grassau

Op 19 december 1925 is de première. De recensenten zijn positief gestemd. Ze constateren dat na vijf jaar afwezigheid de Duitse operettester het Nederlands nog altijd uitstekend beheerst. ‘Else Grassau beleeft in Amsterdam weer oude dagen van triomf. Het publiek toonde zich vanaf de eerste opkomst enthousiast en gedurende de voorstelling werd ieder couplet met applaus beloond.’ 

Else is een doorgewinterde vakvrouw. Als ze haar rol speelt, mag niemand achter de coulissen staan om toe te kijken. De operettediva eist een opperste concentratie van zichzelf en anderen. Maar de kleedkamer van de koormeisjes is onder het toneel, zodat Magda alles kan horen wat er daarboven gebeurt en de hoofdrol woord voor woord in zich opneemt. Onbewust is ze zich aan het klaarstomen voor die ene kans.

Anton Nöggerath

Op een middag, na afloop van een tussentijdse repetitie, verzamelen de koormeisjes zich rond een piano. Een van hen begint ‘Dromen als Oosterse Sprookjes’ te spelen, een aria uit het stuk. Magda kan het niet laten om uit volle borst de zangpartij op zich te nemen, want mevrouw Grassau heeft het theater toch al verlaten. Ze heeft echter niet in de gaten, dat Flora-directeur Anton Nöggerath ergens achterin de zaal staat te luisteren. Het valt hem op hoe mooi haar stem is. En dat ze de tekst uit haar hoofd kent.

Een week of twee later, op zondagmiddag 18 januari, breekt de paniek uit. Hoofdrolspeler Grassau is ziek geworden. Ze voelde zich gisteren al niet zo lekker, maar de situatie verslechtert zo dat de directeur zich genoodzaakt ziet de matinee te schrappen. De diva spaart al haar krachten om vanavond op het podium te kunnen staan, maar dat ze morgen zal optreden, lijkt uitgesloten.

Ik geloof niet dat ik er iets van terecht zal brengen

Magda van Donk

Else Grassau wijdt haar ziekte aan een muggenbeet die ze heeft opgelopen. Het is nog maar een paar jaar nadat de Spaanse griep zoveel dodelijke slachtoffers maakte, de zangeres neemt dus geen risico. Na de voorstelling van zondagavond voelt ze zich zo beroerd, dat ze zich zelfs laat opnemen in het Burgerziekenhuis.

Else Grassau. Collectie TheaterSentiment

Wat nu? Nöggerath kan zich niet veroorloven meer voorstellingen te schrappen en haast zich naar zijn regisseur, de bekende Leon Boedels. Hij herinnert zich dat meisje uit het koor, dat zo prachtig zong na een repetitie. Hij draagt Boedels op de jongedame eens te polsen. De regisseur heeft weinig fiducie in de oplossing van zijn directeur, maar doet wat hem opgedragen is. 

Leon Boedels

Boedels is al decennialang de motor waarop Flora draait. Hij is meer dan regisseur, maar de spil van alles en een strenge, maar rechtvaardige vaderfiguur voor de artiesten. Hij heeft al het nodige meegemaakt, maar een koormeisje polsen voor een hoofdrol? Dat nog nooit. ‘Magda, durf jij de rol van Else over te nemen?’, vraagt Boedels haar voorzichtig. ‘Ik geloof niet dat ik er iets van terecht zal brengen’, antwoordt zij schuchter. 

Boedels neemt het grietje mee naar het kantoor van Nöggerath en daar wordt Magda gevraagd om verschillende liederen uit de operette te zingen. Terwijl ze haar zangkunsten toont, zitten de directeur, de regisseur en de kapelmeester met open mond van verbazing te luisteren. De show is gered. En door alle complimenten gaat Magda er ook zelf in geloven. 

Terwijl de doodzieke Else Grassau zich die zondagavond door de voorstelling worstelt, wordt er achter de schermen druk gewerkt aan het debuut van Magda van Donk. Ze wordt naar huis gestuurd om de teksten nog eens goed door te nemen, ondertussen worden de kostuums op haar maat vermaakt. 

Weelderige haardos

Maandagochtend arriveert Magda voor dag en dauw in Flora. Ze wordt in de kostuums gehesen, moet haar weelderige haardos helaas opofferen en componist Max Gabriel komt persoonlijk naar het theater om de aria’s met haar in te studeren. Ook hij wordt met de minuut enthousiaster over deze ontdekking. 

‘Die avond’, zo herinnert Magda zich later, ‘was iedereen veel zenuwachtiger dan ik, want ik was helemaal niet nerveus. Ten minste die dag heb ik geen zenuwen gevoeld. Die zijn later pas gekomen. Waarom zou ik zenuwachtig zijn. Ik had niets te verliezen en alles te winnen.’

Door Magda gesigneerde foto uit de collectie van TheaterSentiment

De volgende dagen raken de recensenten niet uitgepraat over dit jonge talent en de bizarre gebeurtenis waardoor ze ontdekt is. Van de een op andere dag een ster worden, dankzij een muggenbeet, in Amsterdam wordt het nog jaren nadien ‘het negende wereldwonder’ genoemd.

Talisman

Van het technisch personeel van Flora krijgt Magda die week een hangertje in de vorm van een mug. Als herinnering aan die bijzondere avond, maar ook als talisman. Een geluksbrenger om haar dromen eindelijk werkelijkheid te maken. ‘Een mug heeft gezorgd dat ik misschien carrière maak’, lacht ze. ‘Nu ga ik flink studeren, en misschien kan ik over een jaar of wat zelf een grote rol kan krijgen, dan heb ik mijn doel bereikt.’

Hoewel Else Grassau spoedig de hoofdrol weer op zich neemt, is directeur Nöggerath zijn Magda niet vergeten. Hij biedt de veelbelovende zangeres die zijn voorstelling redde een driejarig contract aan. Die zit ze niet uit, na anderhalf jaar wordt Magda gecontracteerd voor de Bouwmeester Revue. En zo wordt ze de grote ster die ze altijd al had willen zijn.

Bronnen: Cinema en Theater jaargang 1926, krantenarchief Delpher, Collectie TheaterSentiment

Lees ook: