In november 1935 landt in de stromende regen een vliegtuig uit Singapore op het vliegveld Tjililitan op Java, Nederlands-Indië. Een echtpaar dat uitstapt, wordt opgewacht door een handjevol mensen. De man is niemand minder dan de Nederlandse filmacteur Willy Castello, die vergezeld wordt door zijn charmante en kersverse echtgenote. 

De regen voelt lauw aan, er hangt een aangename temperatuur. Het is heerlijk warm, niet zo heet als het in deze periode ook kan zijn op Java. ‘Indië zien, het was al een droom in mijn jongensjaren’, verzucht de man, die met een grijns de vliegtuigtrap afdaalt, richting de wachtende journalisten. ‘Eindelijk is het mogelijk om deze droom te verwezenlijken. Dankzij mijn werk en mijn huwelijksreis. Een mooiere gelegenheid om Indië te zien, lijkt mij niet mogelijk.’

Willy spreekt Nederlands met een Amerikaans accent. Dat heeft anderhalf jaar Hollywood met hem gedaan. We hebben het hier namelijk niet over zomaar een Nederlandse acteur, maar ‘The Great Castello’. Beter bekend als de veroveraar van Hollywood. Of nog beter: ‘De nieuwe Valentino’.

Als doodgewone Nederlandse acteur kreeg hij de kans van zijn leven en mocht hij vorig jaar een droomcontract afsluiten met de Amerikaanse filmmaatschappij Universal. De komende maanden gaat hij in Australië twee films maken en zal hij kennismaken met de familie van zijn vrouw, die van ‘down under’ komt. Al met al een mooie gelegenheid om een tussenstop te maken in Indië. 

Willy Castello met Jan van Ees en Johan Kaart in De Jantjes (1934). Collectie TheaterSentiment

In de zomer van 1936 moet hij weer terug zijn in Hollywood. ‘Hollywood? Praat me er niet van’, roept hij. ‘Schitterend, maar eigenlijk voel ik me nu pas weer echt thuis, tussen Hollandse mensen. Van Indië heb ik nog niets gezien, maar toch proef je hier direct iets van het oude vaderland.’ 

Tijdens deze tussenstop zal Willy enkele malen optreden, onder meer in het Deca Park, een bekende bioscoop in Batavia. Dan vertelt hij wat moppen, zingt af en toe een liedje en praat vooral veel over zijn avonturen van de afgelopen maanden, die je nogal turbulent mag noemen. De joviale Castello praat graag en pakt het publiek in met zijn levensverhaal.

Willy Castello wordt in 1910 geboren in Amsterdam als Willem Cats, zoon van Leo Cats en Wilhelmina Elschenbroich. Misschien heeft hij zijn praatjes van zijn vader, die handelsreiziger is en later commissionair in wissels, waardoor pa in de jaren twintig zelfs in aanraking komt met justitie wegens fraude. Willy kiest een ander pad en droomt van een carrière als filmacteur.

Willy zal en moet op het witte doek

In 1928 begint Willy nog tegen beter weten in aan een studie medicijnen in Utrecht, om arts te worden. Al snel blijkt dat zijn hoofd niet naar studeren staat. Hij is vooral aan het feesten in de studentenkroegen en is nog vaker te vinden in La Gaité, de nachtclub in Tuschinski. Daar treden de beste artiesten op, uit Nederland, maar ook uit Berlijn. Willy zuigt alles op wat hij ziet en het maakt hem alleen nog maar vastberadener. Hij zal en moet op het witte doek.

Het is Mack van Lier, bedrijfsleider van Tuschinski, die in hem gelooft en hem aanspoort naar Berlijn te gaan. Mack is in die dagen een legendarisch figuur, die zijn sporen heeft verdiend in de filmwereld als cameraman bij de Nederlandse filmmaatschappij Hollandia. Daarna heeft hij zelfs enige tijd in Hollywood gewerkt voor Fox. Student Cats volgt de raad op, stopt met zijn studie en vertrekt in 1929 als Willy Castello naar Berlijn.

Castello in De Jantjes (1934). Collectie TheaterSentiment

Tijdens zijn optreden in het Deca Park in Batavia zal Willy het allemaal gaan vertellen. In deze bekende bioscoop staat hij vanavond geprogrammeerd voor de hoofdfilm ‘Love me forever’ met Grace Moore en Mae West. Het publiek laat zich maar wat graag vermaken met allerlei anekdotes uit de filmwereld, het is smullen om die verhalen uit eerste hand te horen. 

De nuchtere Willy maakt het echter niet mooier dan het is. ‘U denkt zeker dat ik hier de mooie knul uit Hollywood kom uithangen. Niks hoor’, stelt hij. Ook ‘The Great Castello’ heeft immers flink moeten ploeteren. In Berlijn is het moeilijk om aan de bak te komen als gewone Hollandse jongen. Hij wordt overal afgewezen, komt niet verder dan een paar figurantenrollen, maar leert ondertussen wel schminken. 

Als hij opgeroepen wordt voor militaire dienst, keert hij terug naar Nederland. In het leger schopt hij het tot Nederlands kampioen lichtgewicht boksen. Na het afzwaaien gaat hij naar Parijs en heeft daar meer geluk. Hij weet daar een paar kleine rollen in films te bemachtigen. 

De grote kans komt in 1933 als in Nederland een grote geluidsfilm wordt aangekondigd: ‘De Jantjes’, naar het bekende stuk van Herman Bouber, met de liedjes van onder meer Louis Davids en Margie Morris. Het is een project van regisseur Jaap Speyer, die Willy contracteert voor de rol van ‘Dolle Dries’, een van de hoofdrollen naast de ervaren acteurs Jan van Ees en Johan Kaart.

Willy haalt tot vreugde van het publiek een aantal anekdotes van achter de schermen. Zoals de moeizame opname van de scène, waarin de drie Jantjes bier staan te drinken in een café. ‘Normaal wordt een scène drie of viermaal over gedaan, dit keer wilde het maar niet lukken. Bij de twaalfde keer vraagt de regisseur wat er aan de hand is, waarop Johan Kaart antwoordt: ‘Ik heb zo’n dorst’.’

De kroegscene uit De Jantjes. Collectie TheaterSentiment

Dit soort grappen zijn in die jaren altijd goed voor een lachsalvo. Tijdens zijn optreden zingt hij ook een paar bekende liedjes uit de film. ‘Omdat ik zoveel van je hou’ en ‘Nou Tabé dan’. Begeleid door het lokale ensemble The Blue Rhythm Kings.

Ondanks het eclatante succes van de film, biedt de met horten en stoten beginnende filmindustrie in Nederland weinig perspectief voor Willy. Met als gevolg dat hij zijn ogen opnieuw richt op het buitenland. Dit keer gaat hij voor de hoofdprijs en is Hollywood aan de beurt. 

Hij neemt het risico en koopt een ticket naar Londen, waar hij het eerst bij het Engelse kantoor probeert van filmmaatschappij Fox. Mede dankzij de contacten van zijn oude vriend Mack van Lier. Daar zeggen ze geen plek te hebben en raden ze Willy aan om het bij Universal te proberen. Carl Laemmle junior, de president van Universal Pictures, is namelijk bezig met een rondreis door Europa, op zoek naar nieuwe talenten. 

Filmbaas presenteert Castello als de nieuwe Valentino

‘Aangekomen bij het kantoor van Universal, krijg ik te horen dat de bovenbaas Laemmle zich op dat moment in Karlsbad bevindt’, vertelt Willy. ‘Of ik vier weken kan wachten. Dat geld heb ik dan natuurlijk niet, dus vertel ik de heren, dat ik dan maar liever ga, maar daar willen zij toch ook niet van horen. Ik moet de volgende dag terugkomen, Ik ben geen minuut bij hen op kantoor of ze duwen me een ticket voor een vliegmachine in mijn handen.’

Kennelijk zien ze bij Universal wel iets in de mooie Willy, zodat ze hem naar Duitsland sturen, waar hij maar liefst drie dagenlang de gast is van Laemmle jr. Daar ontvouwt zich een droomscenario. De baas van Universal herkent mogelijkheden in Willy Castello, die hij een zevenjarig contract aanbiedt. Een paar dagen later, op 3 augustus 1934, vertrekt een nog beduusde Willy naar Hollywood en kan zijn filmcarrière pas echt beginnen. 

Castello (rechts) in ‘Smashing the vice trust’ (1937). Collectie TheaterSentiment

Hij wordt in Amerika door Universal met veel bombarie aangekondigd. Als Nederlands grootste filmacteur, een ruwe bolster met blanke pit. Een avonturier, die bedreven is in alle sporten en een vliegmachine kan besturen. En niet alleen een filmheld pur sang, maar ook een bokskampioen.

Het wordt nog sterker. Laemmle zet Castello neer als ware opvolger van niemand minder dan de legendarische filmheld Rudolph Valentino, die in 1927 op jonge leeftijd overleed. Laemmle kan het weten, want het was zijn vader die Rudolph vijftien jaar geleden ontdekte. Een droomstart voor Willy. Het kan eigenlijk niet meer misgaan, zou je zeggen.

Deze heldenontvangst van ‘The Great Castello’ wordt in Nederland overigens met de gebruikelijke nuchterheid en enig cynisme aanschouwd. De druppel is een persfoto van Willy met een pijp, die volgens het Amerikaanse onderschrift al vele generaties in bezit zou zijn van ‘the Dutch family’. Bokskampioen? De grootste Nederlandse filmacteur ooit? Hollywood lijkt wel gek geworden.

De kranten schrijven veel over het avontuur van Willy Castello. Bron: Delpher

Maar Willy benadrukt vanavond in Batavia dat hij een gewone Hollandse jongen is gebleven. En dat Hollywood geen gekkenhuis is of Sodom en Gomorra in klatergoud. ‘Mensen werken er hard’, zegt hij. ‘Je ziet ze weliswaar in de ochtend al in gala-kleding, maar dat zijn gewoon maar artiesten die naar hun werk gaan.’

Uiteindelijk loopt het allemaal wat minder soepel dan verwacht. De grote film met ‘The Great Castello’ die wordt aangekondigd, gaat niet door. Op het moment dat hij op Java arriveert, is het zevenjarige contract al ontbonden. Universal blijkt toch geen werk voor hem te hebben en zo leert Castello dus die kant van Hollywood kennen, waar grote dromen snel uiteen kunnen spatten.

Maar Castello zou ‘The Great Castello’ niet zijn als hij niet in zijn eigen mogelijkheden blijft geloven. De joviale Hollandse avonturier vindt emplooi in tal van B-films, waarvoor hij naar Australië afreist en waarmee hij zich de jaren erna prima in leven weet te houden. In de oorlog neemt hij dienst in het Amerikaanse leger en is hij als soldaat betrokken bij de bevrijding van enkele concentratiekampen. 

Robbertje vechten in De Jantjes. Collectie TheaterSentiment

Vanavond is dat nog ver weg en is Castello de Hollywood-droom nog niet helemaal kwijtgeraakt. Tenminste, een loopbaan in Nederland had hij ook wel zien zitten, bekent hij vanavond. Met enige weemoed vertelt hij: ‘Je weet niet hoe graag ik in Holland zou willen werken. Je weet niet half hoe heerlijk ik alleen al de gedachte heb gevonden, om misschien in Holland carrière te kunnen maken. Maar zie je, het ging niet zo heel glad. Ik liep een tijd rond en ze waren me blijkbaar alweer snel vergeten na De Jantjes. Jammer, heel jammer.’ 

Hij herpakt zich snel en met het bruuske gebaar van ‘Dolle Dries’ brengt Willy zich weer in de goede stemming, zo meldt een ooggetuige van die avond. En hij roept vastberaden: ‘Daarom, weet je, daarom ben ik naar Hollywood gegaan!’ The Great Castello; Willy zal er altijd in blijven geloven.

Bronnen: Filmmuseum Eye, Collectie TheaterSentiment, Delpher