Ze behoren misschien wel tot het beste wat The Ramblers ooit hebben gemaakt: de opnamen met Coleman Hawkins. De man die in 1935 de beste tenorsaxofonist ter wereld wordt genoemd, trekt in dat jaar een tijdje op met het orkest van Theo Uden Masman.

Eind 1934 heeft Coleman Hawkins genoeg van Amerika. Hij verlaat het orkest van Fletcher Henderson en maakt de oversteek naar Europa. In Engeland sluit hij zich aan bij het beroemde jazzorkest van Jack Hylton, dat net aan een Europese tournee begint. Impresario Eduard Bamberg weet het beroemde orkest begin 1935 naar Nederland te halen.

In januari begint het orkest aan zijn tour door Nederland. Scala in Den Haag wordt aangedaan, diverse dancings en uiteindelijk staat Hylton dagenlang in het beroemde Pschorr in Rotterdam. Op het Nederlandse publiek maakt Hawkins grote indruk met zijn solo’s. ‘De grote attractie was het verschijnen van Coleman Hawkins, de grootste tenorsax van de wereld’, jubelt Het Vaderland op 7 januari. ‘Die titel draagt hij met recht. Hij heeft een toon en een klankvolume, die hun weerga niet vinden. Ook zijn techniek is fenomenaal. De meest ingewikkelde en halsbrekende loopjes neemt hij met gemak.’

Theo Uden Masman. Nationaal Archief

Als eind januari bekend wordt dat Hawkins acht dagen lang onder contract komt te staan van The Ramblers, is dat groot nieuws. ‘We vermoedden wel, dat er iets op touw was, toen de heren Hylton, Masman en Reese, de directeur van Pschorr, zo druk aan het overleggen waren, maar dat het om de Hawk zelf ging was een verrassing’, schrijft een journalist. ‘Het moet een aardig succesje voor Masman genoemd worden, dat de voormalige ster van Fletcher Henderson nu een week zijn gelederen komt versterken.

De reden is helaas minder fraai. Hylton staat op het punt om aan een korte tournee door Duitsland te beginnen, maar Hawkins mag niet mee. De nazi´s laten geen mensen van kleur toe. ‘En zo zat Hylton een beetje met Hawkins in zijn maag’, herinnert Theo Uden Masman zich later. ‘En toen ik ’s avonds na de voorstelling gezellig met Jack zat na te praten, was hij blij met mijn voorstel om Hawkins gedurende zijn Duitse tournee over te nemen. En zo geschiedde dat ’s werelds grootste tenorsaxofonist acht dagen deel uitmaakte van The Ramblers.’

Met Hawk spelen was iedere middag en avond een feest

Theo Uden Masman

Voor de orkestleden wordt het een geweldige week. ‘Met Hawk spelen was iedere middag en avond een feest en het inspireerde ons om muzikaal boven onszelf uit te stijgen’, zegt Uden Masman. ‘Pschorr werd die dagen het Mekka voor de jazzliefhebbers.’ Ook neemt hij Hawkins mee naar de wekelijkse uitzending van The Ramblers op de radio. ‘Dat werd een speciaal Hawkinsconcert.’ 

Om deze bijzondere week goed af te sluiten weet Uden Masman te regelen dat er opnamen gemaakt kunnen worden bij Decca. Op 4 februari 1935 worden in de Pulchri Studio in Den Haag vier nummers vastgelegd: After you’ve gone, Some of the days, I only have eyes for you en I wish I were twins.

Annie de Reuver

Voor de Nederlandse muzikanten is het een onvergetelijke belevenis. ‘Ik zal nooit vergeten dat wij die eerste plaat maakten met Coleman Hawkins’, herinnert drummer Kees Kranenburg zich later. ‘Die man ging zich in staan spelen, in een hoekje. Wij stonden met grote koeienogen te kijken. Er stond een liter whisky naast ‘m. Slokkie, spelen, weer een slokkie, kwam ie in de mood hè?’

The Ramblers, met Sal Doof en Wim Poppink. Nationaal Archief

Uden Masman heeft kort ervoor kennisgemaakt met een jonge zangeres uit Rotterdam; de net achttienjarige Annie de Reuver die al haar moed bij elkaar verzamelt en hem aanspreekt tijdens een optreden. Dat lef wordt beloond, want Uden Masman lijft haar in als gastsolist en tijdens de sessie in Pulchri maakt zij haar platendebuut. 

Een bijzondere vuurdoop voor de jonge Rotterdamse. ‘Ik was doodsbang voor die Hawkins’, vertelt ze later. ‘Ik vond het een enge man die vreselijk naar de drank rook. ‘s Morgens om tien uur was ie al strontlazarus, de whisky walmde je tegemoet. Maar door die opnamen ben ik wel als het ware onsterfelijk geworden, want die zijn over heel de wereld uitgebracht.’

Fles whisky

Hawkins leeft als een rockster avant la lettre. Zijn hart klopt niet alleen voor de muziek, maar ook voor jonge dames, mooie auto’s, snelle kostuums en whisky. Het is een gewoonte geworden om een fles whisky leeg te drinken voordat hij gaat spelen. Maar met een reden. Zijn biograaf John Chilton beschrijft in ‘The Song of The Hawk’ de saxofonist als een man met aanleg voor somberheid, die met hard werken en veel alcohol zijn depressies de baas probeert te blijven.

Na de opnamen trekt Hawkins verder Europa in, onder meer naar Denemarken waar hij een heldenonthaal krijgt. In de zomer van 1935 is Hawkins opnieuw in Nederland en op 26 augustus van dat jaar neemt hij met The Ramblers in Hamdorff in Laren nog vier titels op voor Decca. 

Zoals ‘Wabash Blues’, met de langste pianosolo die Theo Uden Masman ooit op de plaat heeft gezet. ‘Zijn merkwaardige stijl, die we goed kennen van zijn introductie van de ‘Farewell Blues’, is duidelijk herkenbaar’, schrijft jazzkenner Herman Openneer jaren later als de opnamen opnieuw worden uitgebracht.

Bij de andere opnamen laat Udo Masman zich vervangen door Nico de Rooij. ‘Omdat hij dan in de regiekamer naar de opname kon luisteren. Niek was een bekend danspianist uit die dagen’, herinnert Jack Bulterman zich, die dan net is toegetreden tot de Ramblers en al snel een getalenteerde componist en arrangeur blijkt. 

Bulterman valt als nieuwkomer met zijn neus in de boter en mag met de Amerikaanse jazzgigant aan de slag. ‘Hawk was tevoren naar ons komen luisteren om titels uit te zoeken, die geschikt voor hem waren. Hij koos drie van mijn arrangementen: ‘Meditation’, ‘What Harlem means to me’ en ‘Chicago’. Hij bracht verder één eigen compositie in: ‘Netcha’s Dream’.’

The Ramblers in actie. Nationaal Archief

Na het avontuur met The Ramblers vervolgt Hawkins zijn zegetocht door Europa. Overal waar hij komt wordt hij als een held onthaald. Het bevalt hem zo goed, dat hij uiteindelijk vijf jaar lang blijft. Nog een keer treffen The Ramblers en Hawk elkaar, in 1937 in Hamdorff in Laren, waar opnieuw opnamen worden gemaakt. Vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog keert hij net op tijd terug naar de Verenigde Staten.

De samenwerking met de legendarische saxofonist vormt een van de hoogtepunten in de lange geschiedenis van het jazzorkest. ‘Coleman Hawkins is voor ons natuurlijk een enorme belevenis geweest, want dat was een keizer’, herinnert trombonist en zanger Marcel Thielemans zich jaren later. ‘We keken enorm tegen hem op. Die man kwam uit Amerika en iemand die uit Amerika kwam toentertijd was een zeldzaamheid. Hij was een geweldige improvisator. Die man speelde nooit hetzelfde, hij improviseerde steeds, ’t waren vondsten. Het was echt een verademing om met die man te spelen.’

En Theo Uden Masman besluit: ‘Dit alles bij elkaar was een geweldige reclame voor ons; de buitenlandse pers wijdde er lange artikelen aan. Kortom, de Ramblers werden voor vol aangezien.’

Op 29 oktober geven The Ramblers onder leiding van Loet van der Lee een concert in Wijk aan Zee. Daarbij worden na bijna negentig jaar enkele nummers gespeeld die The Ramblers destijds met Hawkins deden. In de arrangementen van destijds. Meer info: Café De Zon

Bronnen: De Woelige Jaren van The Ramblers, Co de Kloet. Maarrr…wij komen terug, Theo uden Masman, delpher, Nationaal Archief, The Song of the Hawk, John Chilton