Het klinkt als een sprookje. Je bent verkoopster bij Peek & Cloppenburg, je wordt ontdekt en begint aan een glanzende filmcarrière in het buitenland. Te mooi om waar te zijn, denk je? Toch overkwam het de Nederlandse Truus van Aalten. In de jaren twintig en dertig was zij een van de grote sterren in de Duitse filmindustrie.

In de jaren voor de oorlog was het nog niet alleen Hollywood wat de klok sloeg. In de beleving van het Nederlandse publiek waren de Duitse films uit de studio’s van de UFA in Berlijn minstens zo belangrijk als die uit Amerika. Met klinkende namen als Willy Fritsch, Lilian Harvey en natuurlijk Marlene Dietrich, wiens carrière begon met de baanbrekende film ´Der Blaue Engel´ uit 1929.

Geertruida Everdina Wilhelmina van Aalten – roepnaam Truus – werd geboren op 2 augustus 1910 in Arnhem, waar haar ouders een drogisterij runden. Al in haar vroege jeugd was de kleine Truus doel op films. Net als haar voorbeelden in Amerika droeg ze sinds midden jaren twintig een zogenaamd bobkapsel, kort geknipt wat toen in de mode was.

Truus van Aalten

Ze was nog maar zestien jaar oud toen ze haar eerste stappen zette in de filmstudio’s in Berlijn. De knappe Truus had meegedaan aan een internationale wedstrijd die filmmaatschappij UFA had uitgeschreven en uit de honderden deelnemers werd de Nederlandse verkoopster uitgekozen om een miniem rolletje te spelen in de productie ´Die Sieben Töchter der Frau Gyurkovics´.

Ze nam een pop mee, Juliana

Het verhaal gaat er na de eindmontage niets overbleef van Truus haar bijdrage, maar toch bleef het niet bij deze ene kans. De filmbazen herkenden een komisch talent in de Nederlandse verkoopster en ze zo kreeg ze een contract aangeboden. Hoewel ze met zestien nog wel erg jong was. In zijn boek ‘Nederlandse acteurs in de Weimar Republiek en Nazi-Duitsland’ haalt Adrian Stahlecker een anecdote aan: ‘Toen tijdens een repetitie haar koffer openviel, rolde daar zowaar een pop uit die ze overal met zich meesleepte en die ze Juliana noemde.’

Dat Truus nog niet zo goed Duits sprak, maakte in de jaren van de zwijgende film nog niet zoveel uit. Maar ze leerde snel en wist zich goed aan te passen aan de veranderingen die de introductie van de geluidsfilm eind jaren twintig met zich meebracht. Volgens de eerder genoemde auteur Stahlecker deed ze het goed op het witte doek als ‘bakvis’, maar viel de overgang naar vrouwenrollen haar zwaar. 

Naast de film, werd Truus ook actief in het theater. Ze sprak inmiddels zeer goed Duits en maakte indruk bij de Berlijnse Volksbühne en kreeg ook tal van musicalrollen aangeboden.

Toen in 1933 de Nazipartij aan de macht kwam, veranderde er veel in Duitsland en ook in filmindustrie. De uitgaanssector in het progressieve en vrije Berlijn werd aan banden gelegd. Er kwam filmcensuur en de Joodse medewerkers werden weggepest, onder wie veel vrienden van Truus. Ze voelde zich niet meer thuis in deze sfeer en toen ze een rol in een Nederlandse productie kreeg aangeboden, nam ze die met beide handen aan. 

Toen in 1934 de nieuwe filmstudio’s in Duivendrecht hun deuren openden, brak er een bloeiperiode aan voor de Nederlandse film. Grote producties als ´De Jantjes´, ´Bleeke Bet´ en ´Het meisje met den blauwen hoed´ zagen het levenslicht. De titelrol in de laatstgenoemde film ging naar Truus van Aalten, die haar naam op de affiches terugzag naast die van nationale sterren als Lou Bandy en Roland Varno.

De film werd een eclatant succes, maar het lukte haar echter niet dit te verzilveren. Ze zou inmiddels met een Duits accent hebben gesproken, wat een carrière in Nederland bemoeilijkte. Daarna ging het, ondanks verwoede pogingen, bergafwaarts met de filmloopbaan van Truus. Ze probeerde het eind jaren dertig uit wanhoop toch nog even in Berlijn, maar werd tijdens de meidagen van 1940 in gijzeling genomen, net als de andere Nederlanders die in Duitsland woonden.

Eind 1940 keerde ze terug naar haar vaderland, maar vertikte het om lid te worden van de Kultuurkamer. Daarmee kwam voorgoed een einde aan de veelbelovende carrière van Truus van Aalten, een van de eerste Nederlandse actrices die roem verwierven in de buitenlandse filmindustrie. Hiermee is ze een voorloper van latere grootheden als Carice van Houten.

Truus van Aalten, de grote filmster, verdween in de vergetelheid. Ze zat niet bij de pakken neer en werd na de oorlog ‘een succesvolle zakenvrouw, met een in- en exportbedrijf in de souvenirhandel’ (bron: wikipedia). Ze trouwde, maar kreeg geen kinderen. Ze overleed in 1999 en een nichtje schonk haar uitgebreide archief aan het Filmmuseum Eye in Amsterdam.