‘Eigendom Janet Paulton’ staat er op de eerste bladzijde. En een datum: 1 januari 1932. In de collectie van TheaterSentiment bevindt zich een bijzonder boekje, van een jongedame die in de wereld van het variété verkeerde. Maar wie is de eigenaresse dan? Was ze een bewonderaar of een artiest? Zo begint een zoektocht, die nog steeds niet is afgerond.

Toen Janet die woorden schreef, waren de bladzijden nog leeg en wit, glom de zwarte kaft met ornamenten nog als nieuw en zat het boekje nog stevig in zijn band. Nu is het een broos geheel, met losse pagina’s en een gehavende voorkant. Toch is het een bijzonder document, die de deur op een kier zet en een glimp toont van een wereld die al lang verdwenen is.

Het boekje heeft iets weg van een poëziealbum. In de twaalf jaren na de eerste  pennenstreken, werden de bladzijden volgeplakt met foto’s van artiesten, die allerlei lieve persoonlijke boodschappen achterlieten. Voor Janet, Jeanne, Jenny, Joanne. De artiesten kwamen uit heel Europa en interpreteerden de naam van het meisje allemaal anders, maar het gaat om een en dezelfde persoon.

‘To baby Jane’, schrijven Harvey Big Chief en Peggy, die optreden als het Wellman Duo. Piano entertainers uit Amerika. ‘Lots of good luck with your undertakings.’ Ruim een maand hebben ze in het huis van de familie van Jenny gebivakkeerd, schrijven ze. Nu is het tijd om afscheid te nemen. ‘When far away and friends are few. Just think of me as I of you. It only takes a little spot. To write that word. Forget me not.’ 

We vinden een adres in een andere boodschap. Van clown Randy. Hij schrijft: ‘Ter herinnering aan het gezellige samenzijn in de keuken van het pand Aleidisstraat 12 A Rotterdam.’ Is dat het huis waar Janet opgroeide? Met haar ouders, die artiesten waren? Misschien stond ze zelf ook al op de planken. Je begon immers vroeg in die jaren.

Aan de foto’s en de teksten te zien, reisde Janet met haar familie door Nederland, België en mogelijk Duitsland. De meeste artiesten in het boekje zijn acrobaten, illusionisten en clowns. Uit de wereld van het variété. Schnabbelaars die optraden tijdens verenigingsavonden, in kleine revues of van kermis naar kermis trokken om het publiek te vermaken. 

‘Bien amicalement a vous mademoiselle Jenny en souvenir d’un beau succes dans Hollywood Variety’, schrijft de artiest, wiens handtekening moeilijk te ontcijferen is. Gedateerd 23 mei 1935. Ofwel: ‘Vriendelijke groeten aan mejuffrouw Jenny.’ Na een succesvol optreden in een club in Charleroi. Naast de tekst een foto van de ondertekenaar: een jonge man in zwart pak en zwart strik en een strohoed, als een jonge versie van Maurice Chevalier. 

We vinden ook her en der een bekende uit Nederland. Zanger Kees Pruis bijvoorbeeld, laat een gesigneerde foto achter die in het boekje wordt geplakt. Daarnaast schrijft hij: ‘To little Jenny, with regards from yours Kees Pruis’. Ook de leden van het orkest ‘De Witte Raven’ en hun bandleider Tom van der Stap laten hun goede wensen en handtekeningen achter na een optreden in de beroemde dancing Pschorr in Rotterdam. We schrijven dan december 1933.

Vriendschap en liefde spat van de bladzijden. Het is ontroerend om te lezen, te voelen bijna. Innige momenten van collegialiteit en vriendschap, die als een verre echo doorklinken, na bijna honderd jaar, terwijl de mensen die erbij waren allang overleden zijn. Dat maakt het een boekje om te koesteren. Misschien waren het niet de allergrootste artiesten, maar ze zullen vaak alles gegeven hebben. 

Maar wie was Janet nou? Er lijkt aanvankelijk ‘Poulton’ te staan, maar daarover vinden we niets in de archieven. Als we gaan zoeken op de namen van andere artiesten uit het boekje, vinden we een combinatie met de naam ‘Paulton’. En dat brengt ons een stap verder. In de krantenarchieven treffen we een fietsacrobaat, die in de jaren van de Eerste Wereldoorlog optreedt in Nederland. Paul Paulton om precies te zijn. Ook vinden we hem terug als de ene helft van het duo ‘Paulton en Dolly’. Of soms weer geschreven als ‘Paul en Dolly’. Beroep: kunstwielrijders.

Een recensie uit 1916 zegt: ‘Veel hebben we op dit gebied al gezien, maar wat hier getoond wordt, grenst soms aan het onbegrijpelijke. Paulton is zijn rijwiel geheel meester, hij verricht er de sterkste toeren op. Tot slot rijdt hij op een eenwielig toestel van een paar meter hoog enige malen het toneel rond.’

Of in een andere krant, een jaar later: ‘Als Paul bij zijn slot truc op zijn eigenwijs hoog vehikel over het toneel cirkelt, is het muisstil. Muziek en publiek zwijgen. Dan als hij neerkomt: groot applaus.’

Zijn Dolly en Paul echtelieden? Zijn dit familieleden van Janet? Haar ouders? Als we het boekje doorpluizen, komen we tot de conclusie dat het niet anders kan. Ergens in het boek staat namelijk een boodschap van haar moeder: ‘When this you see, remember me. For many a times, you were nearly the death of me. Never mind. All’s good what ends good.’ Ondertekend: Mama Dolly. We hebben dus beet.

Grondiger spitten toont aan dat Paul al in 1902 in Nederland optreedt. Ergens achterin het boekje vinden we tussen losse artiestenkaarten een oude foto. Die aan het einde van de negentiende eeuw gemaakt moet zijn en een jongen toont, die capriolen uithaalt met een fiets. Dat moet dan toch een jeugdfoto zijn van de kunstwielrijder, zou je denken. Na 1902 vinden we weinig, alleen in 1911 nog een vermelding, mogelijk treedt Paul veel op in het buitenland. In de jaren 1915-1925 komen we hem geregeld tegen in de kranten en verschijnt ook Dolly in beeld. Het duo heeft veel succes. Bekende kunstwielrijders zijn ze, als we de kranten mogen geloven.

Ergens in een advertentie worden ze de ‘Yankee Wielrijders’ genoemd. Als we de boodschap van mama Dolly lezen, lijkt het alsof ze uit Engeland omt. Maar de herkomst is dus wellicht een stuk verder: Amerika. Hoe en waarom Paul en Dolly hier neergestreken zijn, dat blijft voorlopig een raadsel. Misschien voor altijd. In de genealogische archieven is vooralsnog niets te vinden, helaas. 

Tussen 1926 en 1941 is het stiller wat Dolly en Paul betreft. Of The Paulton Family, zoals ze in de jaren twintig ook wel worden genoemd. Betekent dit dat Janet dan aan de act meedoet? Zijn ze misschien vaak in het buitenland? In de jaren dertig komen we Paul nog wel een paar keer tegen, maar dan als goochelaar, vreemd genoeg. 

Dit zijn de jaren van het boekje en daaruit blijkt dat ze toch ook wel in Nederland bivakkeren. In de oorlogsjaren zien we de namen van Dolly en Paul weer vaak in de advertenties en recensies. Dolly speelt een dikke dame op een fiets, Paul imponeert nog steeds met zijn metershoge eenwieler. Ze moeten dan toch al aardig op leeftijd zijn.

Uit die tijd zijn een aantal strooikaarten van Dolly en Paul in het boekje terug te vinden. Paul Neder en Dolly Land noemen ze zichzelf en ze treden net als veel andere Nederlandse artiesten vaak op voor ‘Vreugde en Arbeid’, een nationaal-socialistische organisatie die voorstellingen organiseert en artiesten inhuurt, in de hoop tussendoor nog wat propaganda te kunnen uitstorten over het publiek. Dit betekent overigens niet dat de deelnemende artiesten ‘fout’ zijn, voor hen is het gewoon werk en bij de propaganda worden ze niet betrokken. 

In de laatste bladzijden van het boekje, we zijn dan in 1944, vinden we een aantal foto’s van collega’s uit de oorlogsjaren, met gedateerde boodschappen. Acrobaten, illusionisten, clowns. In die barre jaren is er veel behoefte aan vermaak.

De boodschappen zijn uiteraard gericht aan Janet, maar dan als collega. Mogelijk trad ze in die jaren dus ook op, met haar ouders of alleen. Dat blijft gissen. Ook weten we niet hoe het is afgelopen met Paul, Dolly en dochter Janet. Ze zijn niet meer onder ons, dat is zeker, maar wie weet welke kleine geheimen de toekomst nog zal ontvouwen over deze artiestenfamilie. De zoektocht gaat door. 

Acrobaten, clowns en al die andere variété artiesten. Ze vermaken het publiek, maar grijpen vaak mis als het gaat om de eeuwige roem. Van al die duizenden artiesten die jaar na jaar door Nederland en België zijn getrokken, zijn de meesten voorgoed vergeten. Zo zou het ook de Paultons zijn vergaan, als Janet niet dat boekje had geopend, die eerste januari 1932, met het voornemen om er de mooie herinneringen in te bewaren. Want mensen vergaan, maar herinneringen en emoties, laat die voor altijd maar ergens blijven zweven.

Bronnen: Collectie TheaterSentiment/ Delpher